Terrein van de vrouw
Het gevleugelde deel van de veestapel was meestal het terrein van de vrouw. Zij voerde ze, raapte eieren en verkocht die op de markt. Pluimvee was in die jaren veelal geen aparte bedrijfstak. Aan rassen en selectie werd ook nog niet heel veel gedaan, de meest voorkomende kip was het ‘boerenhoender’ dat zich hield aan het ritme van de natuur. Lampen en lichtschema’s waren er nog niet, de kippen begonnen met leggen in het voorjaar en na het verstrijken van de langste dag daalde de curve alweer snel. Zodra de eerste nachtvorst een feit was, hielden ze er zelfs meteen mee op.
Aanvulling op boereninkomen
Hoewel er verschillend gevogelte rondliep op boerenerven, vormden met name de eieren, het vlees en het dons van kippen een welkome aanvulling op het boereninkomen, zeker op de schrale zandgronden waar het vaak sappelen was. Ook de mest was daar zeer welkom, de stikstofrijke kippenpoep werd zorgvuldig verzameld en bewaard. Het was de kunstmest van toen.
X
Geen opmerkingen:
Een reactie posten