Vóór en naast het huis was gewoonlijk een put met een wip en een zwengel, waaraan de emmer hangt of wel met een rol erboven, die men draait, om zo de ketting met de emmer eraan op- en af te winden. De primitiefste put is slechts een gat, in de aarde gedolven en boven omheind door een vierkant van planken of een gevlochten tuin. In de 18de eeuw kwamen de putten van Bentheimer steen, vaak met een jaartal en de initialen van de eigenaar erop. Later in de 19de eeuw bestonden ze vooral uit muurtjes van gebakken putstenen met een houten of stenen rand erboven langs. Het water is niet zelden van twijfelachtige reinheid door invallende bladeren van een boom of door de mestvaalt (mesthoop). Het gebeurt zelfs, dat er kikkers en salamanders in rondzwemmen.
X
Geen opmerkingen:
Een reactie posten