Een 18-pk sterke Kramer K18 vervoert de bieten naar de boerderij.
Boerin met bieten.
Net als in andere landbouwsectoren werd de bietenoogst na de Tweede Wereldoorlog sterk gemechaniseerd. De bietenoogst verloopt traditioneel in drie fasen: het afsnijden van de bladeren van de biet (die eventueel dienen als veevoeder), het koppen of afsnijden van de kop van de biet en het onttrekken (of oogsten) van de biet uit de grond. De bieten en het loof moeten nadien (of tegelijkertijd) op een efficiënte manier worden verzameld. De rol van de tractor was hierbij belangrijk aangezien hij voldoende paardenkracht onder de motor had die in staat was om de zware machines en wagens op de natte velden te vervoeren. Bieten worden doorgaans geoogst in oktober-november. Verschillende types van machines zagen het levenslicht, die soms meerdere functies combineerden. Deze specifieke rooier haalde de bieten uit de grond en sneed het loof af. Met de schijfmessen aan de zijkant werd het loof afgesneden. De bieten werden opgelicht door de drierijige bietenlichter. De drie rooivorken bestaan elk uit twee dikke puntige bladen, die aan de voorkant verder van elkaar staan dan aan de achterkant. De lichters (rooivorken) mogen niet te hoog staan afgesteld omdat dan een te groot stuk van de punt van de biet in de grond achterblijft. Bij een te diep afgestelde lichter wordt te veel grond met de bieten meegevoerd. De (draad)stangen langs de zijkant zorgden ervoor dat de bieten enigszins gegroepeerd op het veld kwamen te liggen na het rooien. Met een bietenlader werden de bieten overgeheveld naar een kar of wagen.
X
Geen opmerkingen:
Een reactie posten