Zoeken in deze blog

woensdag 14 augustus 2024

CINEMA: INTERVIEW MET WILLEKE VAN AMMELROOY 2015




Margot Vanderstraeten interviewt: Willeke van Ammelrooy.
Gesprekken uit de reeks Meesters van het Doek.
‘Ik kon het destijds wel duizend keer zeggen: ja, ik kàn een sekssymbool spelen, maar daarom ben ik het nog niet. Alleen wilde niemand me horen.’ Aldus een ontspannen en goedlachse Willeke Van Ammelrooy, aan de keukentafel van haar woning in Beverwijk, boven Amsterdam.
In de jaren zeventig wist deze actrice met haar verschijning talrijke mannen, maar evengoed vrouwen, aan haar beeld te kluisteren. Haar rol als Mira, de vrijgevochten boerendochter, staat zeker niet uitsluitend in haar eigen geheugen gegrift. In de gelijknamige film – naar Streuvels boek De Teleurgang van de Waterhoek en in een scenariobewerking van Hugo Claus – levert ze aan de prille en preutse Nederlandse en Vlaamse filmindustrie de eerste echte blootscène; goed voor ongeveer een halve minuut frontaal naakt op het scherm. Het publiek is meteen in de ban. Ook de beelden waarin de jonge Jan Decleir haar, veertig jaar geleden, leert zwemmen, raken het randje van de zedenschennis. En lokken bijgevolg volle zalen.
Van Ammelrooy begreep hoe ze erotiek kon uitstralen, nog voor ze doorhad wat dat begrip betekende. Als ze voor haar eindexamen op de toneelschool van Amsterdam Marlène Dietrichs, ‘Ich bin von Kopf bis Fuss auf Liebe eingestellt’ brengt, slaagt ze, met de kanttekening: ‘ Willeke speelt te veel met haar sexappeal.’
Na haar opleiding heeft ze geen moeite om uit de kleren te gaan. Willeke Van Ammelrooy: ‘In Nederland en Vlaanderen moest de filmsector nog ontluiken. Men begon vanaf nul. Regisseurs moesten, net als producenten en acteurs, hun weg nog zoeken. Ook de overstap van het podium naar de camera vergde tijd en aanpassingsvermogen. In die periode gaven bepaalde regisseurs, bij wijze van experiment, zelfs de voorkeur aan gewone mensen van de straat boven professionele acteurs: zo bang waren ze voor acteurs die een rol speelden alsof ze op het toneel stonden. Ik zat midden in dat scharniermoment, en heb me, na een paar jaar theater, snel op film toegelegd. In die zin was ik dus een pionier en zo zag ik mijn werk ook: ik was nieuwsgierig en ambitieus en wilde de mogelijkheden van de film ontdekken.’
Er volgden vele erotische films, onder meer ‘Louisa, een woord van liefde’ (waarin ze een ménage à trois leidt), ‘Frank en Eva’ ( waarin ze samen Sylvia Kristel voor de nodige appetijt zorgt) en ‘Help! De dokter verzuipt’ (waarin ze een wulpse zigeunerin belichaamt).
Als Van Ammelrooy in 1984, een jaar na haar rol in de thriller De Lift, de gekrenkte en boosaardige moeder van Ciske De Rat (gespeeld door Danny De Munk) neerzet, hangt ze haar reputatie als snel-bloot-actrice echter voorgoed aan de haak. Het is de omslag van een carrière, die almaar volwaardiger zal worden. Zonder er veel woorden aan vuil te maken, maar door hard te werken, bevrijdt ze zich, rol na rol, uit het hokje van de softporno en de erotiek.
Willeke Van Ammelrooy ‘Ik werd wijzer, en regisseurs ook. De castings verliepen met de jaren minder als een vleeskeuring. Toen ik begon, jaren zeventig, moesten we tijdens de auditie onze blouse openknopen en onze maten bekend maken. Dat voyeurisme was eigen aan die tijd, waarin filmmakers dachten dat een film zonder bloot geen goede film kon zijn.’
Uiteindelijk zal ze aan meer dan zestig speelfilms haar medewerking verlenen, en de lijst zal nog langer worden, want aan stoppen denkt ze voorlopig niet. Dat Van Ammelrooy met de jaren alleen maar beter is geworden, blijkt behalve uit haar prestaties ook uit de prijzen die ze binnenhaalt. Al is dat laatste natuurlijk niet helemaal waar: toen Mira werd ingeblikt bestonden er nog geen filmprijzen; bovendien gaan jury’s, kennis en objectiviteit niet per definitie samen.
Willeke van Ammelrooy won drie Gouden Kalveren, twee voor de beste actrice; in Antonia, door Marleen Gorris, en in Elsschots Lijmen/het Been, door Robbe De Hert, en één voor de Cultuur. De feministische prent Antonia – opnieuw met Jan Decleir – ontving bovendien de Oscar voor de beste buitenlandse film. Op het moment dat Marleen Gorris in Hollywood het gegeerde beeldje in ontvangst nam, slaakte Van Ammelrooy midden in de zaal een gil van vreugde. Ze wist op dat moment nog niet dat Koningin Beatrix haar jaren later nog een andere kroon op het werk zou aanreiken. In 2012 schittert de ooit jonge, wellustige boerin Mira als de oude Nederlandse koningin in Beatrix, Oranje onder Vuur, de vierdelige dramaserie van de VPRO. Willeke Van Ammelrooy: ‘Dat is dus het mooiste aan mijn beroep. Dat ik al die vrouwen heb mogen zijn. Dat ik mijn vak heb kunnen verdiepen.’
Begrijpt u dat deze reeks niet zonder u had kunnen bestaan? Wij, Vlamingen van middelbare leeftijd en ouder, zijn opgegroeid met Nederlandse actrices. We zijn opgegroeid met u.
-------------------------------------------------------
Ik denk met veel plezier terug aan alles wat ik ooit met en in Vlaanderen heb gedaan. En dan bedoel ik niet alleen mijn medewerking vele films, waaronder Mira, Lijmen/Het Been en ook de laatste van Hugo Claus, de Verlossing.
Ik zat nog op de toneelschool in Amsterdam toen ik, in het kader van een uitwisselingsproject met Studio Herman Teirlinck, voor het eerst in Antwerpen belandde.
Ik was er met Rutger Hauer, met wie ik samen op school zat; we hebben drie jaar een relatie gehad.
In een theatercafé vlakbij de Bourlaschouwburg – nee, ik weet de naam van die tent niet meer – zat ik op een avond Rutger te wachten. Hij kwam niet. Dus bleef ik, in dat tijdperk zonder mobieltjes, maar zitten. Tot het zo laat werd dat bijna iedereen het café had verlaten, op twee jongens na. Dirk en Jan Decleir, zo bleek toen ze zich aan me voorstelden en bij me kwamen zitten. Ik vertelde hen dat ik, als Rutger niet zou komen opdagen, geen plek had om te overnachten, want we zouden in Rutgers Volkswagenbusje slapen.
De Decleirs zeiden: ‘Je kunt hier in geen geval in je eentje blijven’.
Dirk en Jan Decleir brachten me ergens naartoe. Ze hadden een autootje. Daarvan herinner ik me vooral dat ze er niet goed mee konden rijden. Aanvankelijk konden ze zelfs alleen de achteruitversnelling vinden, zodat we hele delen van de weg uitsluitend in de achteruit hebben gereden.
De volgende ochtend werd ik in het huis van hun ouders wakker. Naar verluidt, zo heeft Jan me later verteld, heb ik op het bed een briefje met ‘dank je wel’ gelegd, naast een rode roos.
De daaropvolgende keer dat ik Jan zag, was tijdens de eerste scène van Mira. Ongeveer tien jaar later dus.
Heeft u de samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland, binnen de filmsector, in de loop van uw carrière zien veranderen? U die zowel Claus als Elsschot en Streuvels heeft gespeeld.
-----------------------------------------------------------
Mira was de eerste Belgisch-Nederlandse film die echt winst opleverde. Daarna volgden meerdere gezamenlijke films, maar het was nooit meer eenvoudig om in beide landen zo’n kaskraker te hebben.
Dat ik in ‘Louisa, een woord van liefde’, de hoofdrol speelde, had ik trouwens aan het geweldige succes van Mira te danken. Aanvankelijk zou Louisa door een andere actrice worden gespeeld, ik ben er op het allerlaatste moment bij geroepen. De kostuums die ik in de film draag, waren al op die andere actrice gemaakt, ze was slanker dan ik, daarom dat ik me de hele tijd in nauwe korsetten lijk te bewegen (lacht).
Maar: voor de financiering van filmprojecten weten Nederland en Vlaanderen elkaar nog altijd te vinden. Maar het blijkt, nu meer dan vroeger, onmogelijk om Vlaamse films die in België een succes hebben, ook in Nederland te doen scoren. En omgekeerd. Nederlandse producenten kopen de Vlaamse films niet. Bij Loft wordt dat tamelijk pijnlijk geïllustreerd: van de Vlaamse film werd op erg korte tijd een Nederlandse remake gemaakt. Dat doet men dus liever dan een Vlaamse variant kopen. Ik vind dat ongelooflijk. Cultureel geeft dit de verwijdering tussen de twee landen aan en is het een verarming. En ik vraag me af hoe het financiële plaatje eruit ziet. Het zou interessant zijn om dat eens te bestuderen.
Ouders zijn meestal preutser dan hun kinderen. Wat vonden uw ouders van hun oudste dochter die, als een van de eerste filmactrices, voor het oog van Nederland en Vlaanderen uit de kleren ging?
Ik kom uit een koek-en-ei gezinnetje, vader, moeder en twee kinderen. Mijn zus is zes jaar jonger dan ik. Onze ouders, arbeiders, waren streng maar rechtvaardig. Thuis heersten liefde, geborgenheid en vertrouwen.
Maar natuurlijk waren mijn ouders niet erg blij met het begin van mijn carrière. Ook al omdat we een bescheiden gezin vormden. Alles moest getemperd worden: één koekje bij de thee was voor mijn moeder meer dan voldoende, hoor.
Over seks werd niet gepraat, ook mijn moeder gaf ons geen voorlichting. Hoe zou ze over seks hebben kunnen praten, als ze zelf niet eens wist wat het inhield of kon inhouden?
Op premières zocht mijn moeder na afloop steevast de regisseur op. ‘Kun je nu eens eindelijk een film maken met Willeke zonder bloot’, zei ze dan tegen hem, bloedserieus. Mijn vader richtte tijdens die film de blik op de grond. Hij keek niet naar me. Hij kon dat niet.
Maar ze hebben me nooit gezegd dat ik moest ophouden met wat ik deed. Hun goedkeuring had ik niet van meet af aan, maar hun vertrouwen wel.
En ik had het geluk dat mijn opa en oma aan moeders kant amateurtoneel speelden in de Amsterdamse Mercatorstraat. Hun hobby is de enige culturele achtergrond die ik als kind meekreeg. Ik bezit prachtige foto’s van die tijd. En alle stukken die ze hebben gespeeld, heb ik op papier, ze zijn nog met de hand geschreven! ‘Bijna’ al hun stukken, moet ik zeggen, want toen mijn grootouders in de oorlog papier nodig hadden om een vuurtje aan te maken, hebben ze enkele scripts aan die warmte opgeofferd.
Mijn oma was echt geweldig. Geld had ze nooit, maar op tafel stond dag in dag uit een gevulde koekendoos. En ze nam me mee naar de bioscoop. ‘Willeke en ik gaan even naar de markt’ zei ze dan tegen mijn opa en mijn ouders. Via de snoepzaak Jamin stapten we naar de buurtbioscoop. Daar heb ik alle Amerikaanse westernhelden gezien, Roy Rogers en John Wayne voorop.
Film is een industrie. Industrieën zijn geen koek-en-ei-gezinnetjes. Kreeg u veel koude douches?
----------------------------------
Ik had, hoewel ik als naïef bekend stond, snel door hoe de filmwereld in elkaar stak. En ik had ook snel door dat er voor mij, in die wereld vol jaloezie en eigenbelang, maar één overlevingsstrategie bestond: me in mijn eigen wereldjes terugtrekken, keihard werken en lessen trekken uit mijn ervaringen. Ik had dat inzicht dankzij stevige fundamenten van mijn opvoeding, dat kan niet anders.
Aan onprettige levenslessen ontsnapt niemand, dus kun je er maar beter van leren.
Bij Mira was de afspraak dat er geen schaamhaar getoond zou worden. Maar van contracten was er in die beginperiode nog geen sprake. Dus liet regisseur Fons Rademakers in zijn film frontaal mijn schaamhaar zien. Ik was boos, want dat hadden we niet afgesproken. Bleek dat hij vanaf het begin al wist dat hij zich niet aan die afspraak zou houden. Hij pakte zelfs met die beelden uit, riep de pers erbij, maakte er een nieuwsfeit van.
Fons heeft me laten nasynchroniseren. Mijn tekst wordt door een Vlaamse actrice ingesproken, omdat ik te Hollands sprak. De Vlaamse actrice, Mia Van Roy, doet dat erg goed, dus dat vind ik prima. Maar het was niet prima dat Rademakers dit niet met mij had afgesproken en dat ik er pas later achter kwam.
Je leert dus goede contracten af te sluiten.
De moeilijkste les is die van het zwarte gat. Succes, en ik heb het gekend, geeft je vleugels. Je moet je zelf ervoor behoeden om niet te ver of te hoog te willen vliegen. Het is goed om na het draaien van een film te beseffen: ‘Oké, dit was het, nu ga ik naar huis, het is normaal dat ik niets meer van deze film hoor, de montage begint, de producers hebben andere zorgen, vanaf nu tel ik niet meer mee.’
Ik besefte snel dat dit zwarte gat opgevangen diende te worden door een warme familie. Door mensen die me met de voeten aan de grond hielden. Aan dat warme nest heb ik gewerkt. Ach, je moet aan alles in het leven werken.
Toch schrik ik nog altijd van de hardheid in de filmwereld, en van het gebrek aan ethiek in de zakelijke kringen ervan.
Voor mijn medewerking aan Antonia moet ik, dat stond zo in het contract, nog altijd vijf procent van de winst krijgen. Als ik de betrokken instanties over die nalatigheid aanspreek, word ik van het kastje naar de muur gestuurd. Men weet dat acteurs geen zin hebben in juridische procedureslagen en maakt er misbruik van.
Daarom dat ik graag masterclasses geef aan jonge acteurs: ik kan hun in korte tijd trucs leren waardoor ze sneller en sterker vooruit kunnen. ‘Gebruiken jullie me maar zoveel mogelijk’ denk ik dan. Het zou toch absurd zijn als ik al deze kennis, al deze expertise waar ik zoveel jaren over hebben gedaan, niet ten voordele van de toekomst inzet.
Welke acteertrucs zou u de jongere generatie leren?
-----------------------------------------------------------
In mijn masterclasses bespreek ik een liefdesscène en een vechtpartij. Dat soort scènes komt in bijna alle films terug. Net als de klaarkomscène; die heb je tegenwoordig ook in elke film.
In tegenstelling tot wat de meeste mensen denken: klaarkomen in een film is een vak! En dat vak heeft niets met de realiteit te maken. Het gaat er niet om hoe je eruit ziet als je klaarkomt, net zo min als het erom gaat of die kus bij jou nu lekker aanvoelt of niet. Het gaat erom hoe je spel bij de kijker overkomt. En dat overkomen kun je slechts op één manier sturen: via techniek, techniek, techniek.
In mijn workshops repeteren we de klaarkomscènes, Ik neem ze op. We vertonen ze voor de hele klas, bespreken ze één voor één, student per student. Je kunt je niet voorstellen hoe snel het zelfvertrouwen van die jongelui via deze schijnbaar eenvoudige oefeningen kan groeien! Als zij later in zo’n situatie terecht komen, hebben ze een voorsprong ten opzichte van echte groentjes. Zeker in het buitenland is die meerwaarde doorslaggevend. Want, en dat was in mijn tijd ook al zo, jonge acteurs willen het graag maken in Hollywood. Alleen worden in de Verenigde Staten op elke hoek van de straat workshops aangeboden.
Het filmonderwijs van Nederland loopt grandioos achter op de USA. Men gelooft hier nog te weinig in de vakkundigheid van onze films. Terwijl men, de politiek en sponsors, anderzijds alles looft wat uit het buitenland komt.
Wordt het acteervak eerder onder- dan overschat?
---------------------------------------------------------
Natuurlijk. Al is de situatie niet meer zo ernstig als vroeger.
In ‘Louisa, een woord van liefde’ (1972) werd ik tijdens bepaalde scènes door een fotomodel vervangen. Haar lichaam was volgens de regisseurs, de Belgen Collet en Drouot, mooier dan het mijne. Een van de regisseurs, Collet, zat volgens de crew trouwens de hele tijd met dat model te zoenen. Heel raar was die verstrengeling in die tijd niet, vandaag nog niet trouwens.
Hoofdrolspeelsters zijn vaak het lievelingetje van de regisseur, daar weet Woody Allen alles over/ De ene keer hebben ze er een relatie mee, de andere keer zijn ze zijn muze. Ik was de muze van Harry Kumel, een relatie hebben we nooit gehad.
In elk geval: het fotomodel moest op cruciaal naakte momenten – bijvoorbeeld als ik opsta van die bekende reconstructie van Manets Déjeuner sur l’herbe- mijn stand-in zijn.
Maar ook iemand die bloot is, moet acteren. Dat had men eventjes over het hoofd gezien. Dat wandelen met vakkennis dient te gebeuren. Want met elke beweging vertel je een stukje van het verhaal.
Als dit fotomodel liep, sprong ze als een veulen. Haar bewegingen hielden binnen de film geen steek. Tijdens de montage werd ik dan ook door diezelfde regisseurs gebeld. Of ik zo goed zou willen zijn die specifieke scènes over te doen. Dat fotomodel komt nog voor in de film, maar dus veel minder dan aanvankelijk gepland. (gulle lach)
Heeft dat u gestoord: die nadruk op de vormen van de vrouw, veel meer dan op haar persoon en persoonlijkheid?
-----------------------------------------------------
Het was de tijdsgeest. En ik heb nooit aan mezelf getwijfeld. Niet aan wie ik ben. Niet aan waar ik voor sta.
En dat ik de neiging tot verdikken heb, weet ik al mijn hele leven. Ik ben al levenslang aan de lijn en heb tot en met het Sherry Dieet gevolgd; naar verluidt boekte Koningin Juliana daar in de jaren zeventig succes mee.
Ik was liever slanker geweest, met minder stevige botten. Dan had ik ballet kunnen doen. Ik ben altijd dol geweest op ballet. Ik vind het zo prachtig. Maar ik heb er het lichaam niet voor.
Toch kreeg ik sommige rollen juist niet omdat ik té mooi was. Schoonheid kan je helpen, maar schoonheid kan evengoed in de weg zitten.
U zegt dat u altijd met de voeten op de grond heeft gestaan. Maar uw kerngezinnetje viel in duigen toen uw man, vader van uw dochter Denise, aan het begin van die succesvolle jaren zeventig een einde aan zijn leven maakte. Bovendien heeft u nooit een geheim gemaakt van de drugsexperimenten van weleer: van LSD ga je vliegen.
---------------
Leendert Janzee was mijn tweede grote liefde, na Rutger Hauer. Ik volgde Leendert in zijn drugsexperimenten omdat ik van hem hield en nieuwsgierig was.
Toch heb ik nooit echt aan mijn eigen grenzen getwijfeld. Ik wist tot waar ik kon gaan. En als ik via drugs in een roes belandde, was dat nooit zonder het besef dat ik die gemoedstoestand ook zonder verdovende middelen kon bereiken.
Ik heb het nooit moeilijk gevonden om gelukkig te zijn. Opnieuw: voor mij heeft geluk met werken te maken. Werken aan je leven, je ontplooiing, je beroep, je relaties, je gezin, …
Leenders zelfmoord kwam niet als een grote verrassing. Hij wist al heel lang dat hij het op een dag zou doen. Het was een kwestie van de daad bij het woord voegen. Hij sprak er ook vaak over met mij. De dood trok hem aan, dat niet-meer-hoeven-te- zijn lokte hem.
Ik kende hem natuurlijk goed, zijn hoogtes en laagtes, ik heb ze heel vaak meegemaakt. Maar ik wist niet dat hij manisch-depressief was, en ook niet dat hij, behalve medicatie, in het psychiatrisch ziekenhuis elektrische schokken kreeg toegediend.
Mijn liefde kon zijn ziekte niet genezen, en verder dan ik met hem meeging, kon ik niet met hem meegaan zonder mijn eigen gezondheid in gevaar te brengen.
Pas na zijn zelfdoding ben ik veel over psychologie binnen te lezen. Ik denk, en hoop, dat mensen met een bipolaire stoornis vandaag beter geholpen worden dan Leendert toen.
Het heeft lang geduurd voor Leenderts zijn daad kon aanvaarden. En voor ik weer vertrouwen in de liefde kreeg. Marco (Bakker, operazanger, mvds), met wie ik nu dertig jaar samen ben en die mijn derde grote liefde is, heeft me daarmee geholpen. We zijn inmiddels dertig jaar samen.
Bezit de actrice Willeke van Ammelrooy evenveel gezond zelfvertrouwen als de mens?
---------------------------------
Ik weet dat ik alle rollen kan spelen. Ik heb dat altijd geweten. Maar ik begin nergens aan zonder de spanning en opwinding die bij elke uitdaging hoort. En die stress kan behoorlijk eng worden, dat zeker.
Een sterke, intense voorbereiding is voor mij noodzakelijk. Ik pluis een karakter tot in de puntjes uit, onderzoek waar het karakter en ikzelf elkaar raken, en vervolgens ga ik na waar ik de rol eventueel nog kan aanvullen. Actrices van mijn generatie konden – als het werd toegestaan toch – hun personage vaak aanvullen, geloofwaardiger maken. Logisch: de meeste rollen waren door mannen geschreven. Maar: een vrouw begrijpt een vrouw nog altijd beter dan een man, en ik geloof niet dat er mannen rondlopen die vinden dat vrouwen hen beter begrijpen weten dan zijzelf.
Jammer genoeg wilde niet elke regisseur dat gebrek inzien.
Er lopen in meerdere van die films dus nogal wat vrouwenkarakters rond die niet echt kloppen.
Een black-out in het theater is erger dan in een film. Heeft u ook uit veiligheid voor film gekozen?
----------------------------------
Nee. Vorig jaar stond ik trouwens opnieuw op het podium., we hebben met Agnes van God een jaar lang getoerd. Medespelers zijn zeer belangrijk. Ik had er twee in dit stuk, en ze waren fantastisch.
Ooit bracht ik de theatervoorstelling Hello & Goodbye. Ik kende het stuk erg goed. De eerste zin van de voorstelling luidde ‘Hello’, de laatste ‘Goodbye.’ Moeilijk kon de aanvang dus niet zijn. Bij de try-out kwam ik op met mijn koffertje. En je houdt het niet voor mogelijk: ik wist dat eerste woord niet meer (schaterlacht), ik wist niets meer.
En een tijd geleden stond ik, samen met nog enkele andere acteurs van mijn generatie, achter de schermen van het gala van het Gouden Kalf. Wij moesten de kalveren uitreiken, de enveloppe openscheuren en de naam van de winnaar afroepen. Allemaal waren we bloednerveus. Waarom? Omdat we onvoorbereid een naam moesten afroepen. Omdat we iets moesten zeggen zonder dat we het geoefend hadden. Alle acteurs kennen die angst. En allemaal werken we naar een beheersing van die angst toe. Humor is daarbij een goed middel. Als je in staat bent om een fout van jezelf met een kwinkslag weg te lachen, heb je het pleit al gewonnen.
U kan dat?
--------------
Meestal. En als het niet lukt, dans ik nadien. Ik word nog altijd gelukkig als ik, ook in mijn eentje, even dans.

X



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

REKEM (TOEN RECKHEIM) - TONEELGROEP "VREUGD IN DEUGD" JAREN '20

De toneelgroep "Vreugd in Deugd" bereikte in de jaren twintig, onder de bezielende leiding van pater Hugo Van Breda, een ongekend ...