Zoeken in deze blog

dinsdag 28 december 2021

MAASMECHELEN EMERITUS-IMKER: HEI SLAGVELD VOOR BIJEN (ARTIKEL 1984)


De Mechelse hei is een slagveld voor bijen geworden. Zodra de hei bloeit, moet je 's morgens als het een beetje heeft gedauwd eens komen kiijken. Je ziet dan één sprei van webben, die spinnen hebben gesponnen. Hele bijenkolonies vinden in die webben de dood. Het is de hei van vroeger niet meer stelt hij weemoedig vast. Hij was 30 toen hij bijen ging houden. Ik had in die dagen erge last van reuma. Herhaaldelijk moest ik na een aanval met de auto naar huis worden gebracht. Ik liep er kreupel van. Op zekere dag kwam er een wichelroedeloper in het H. Hartcollege spreken. Op een stok ging ik er naar toe. Ik zette me op de voorste rij. Vriend dacht ik, als je een proefkonijn vraagt, strompel ik als eerste de trap op. Zo gebeurde. De man tastte met zijn wichelroede mijn hele lichaam af. Hij wees precies de plekken aan waar ik reuma had. Wie dat kan moet ik voor de rest geloven, dacht ik. De wichelroedeloper stelde vast dat ik boven een waterader sliep.Op zijn aanraden verzette ik mijn bed, liet ik me zes keer per dag door een bij steken en at ik zeer veel honing. Als je dat doet ben je binnen zes maanden genezen sprak de wichelroedeloper. Daarin heeft de man zich vergist, ik was niet binnen zes maanden, maar binnen drie maanden genezen. Omdat Karel zo'n pond honing per dag at , ging hij zelf bijen houden. Ook werd hij lid van de imkersbond - de Mechelse Maasbij -. In mei vlogen zijn bezige bijen op de kersenbloesems, in juni op de klavers, in juli op de acacia's en de linden en in augustus op de hei. In die dagen kon je van de Assersteenweg tot Zutendaal weg kijken. Het was enkel hei wat je zag. Met honderden kwamen de imkers met hun volken naar de Mechelse hei. Ook veel Nederlanders. Bang om voor de grootste leugenaar van heel Belgiekske te worden uitgemaakt durfde ik niet te zeggen wat mijn bijen bijeenvlogen. Meer dan 40 kilo per volk! Ik had er achttien. Rond 15 mei maakte ik er negen volken van. De kleinste gingen bij de grootste volken. De koningin van de negen kleinste volken kneep ik dood. Op het koninginnerooster van de grootste volken legde ik een gazet, die de bijen van onder en van boven oppeuzelden. Ondertussen gewenden zij aan elkaars geur en zo ontstond één groot volk. Op aanraden van een duitse imker zorgde ik elk voorjaar voor negen jonge koninginnen, die ik uit Bologna liet komen. Ik zette die op vier of vijf uitlopende broedraten en in augustus had ik weer negen volwaardige volken. In het voorjaar werden de negen kleinste volken weer bij de negen grootste volken gevoegd. Met dit systeem werd het zwermen van bijen voorkomen. In het begin had ik daarvan nogal eens last. En een bij die zwermt, brengt geen honing op. Vroeger was de honing het zoet op de tafel van velen in de dorpen langs de Maas. De meeste Maaslanders keuterden, De boer was de landsman die twee of meer paarden had. ( iemand met één paard en twee ossen was slechts een keuter ). Rond pasen vertrokken hele families naar de brikkenovens in het Rijnland. Huizen werden toegespijkerd en bleven de ganse zomer onbewoond. Er waren straten, waar acht van de tien woningen met planken waren dichtgenageld. De brikkenbakkers werkten van voor zonsopgang tot na zonsondergang . Ze konden het afmattend werk niet af zonder zweep: d'n alcohol. Eind augustus kwamen ze naar huis. In oktober gingen de mannen terug om in de suikerfabrieken te werken. Op de terugweg sloegen ze geen cafeetje over . Met wat overbleef moesten ze de winter zien door te komen. Toen de mijnen kwamen werden veel keuters kompel. Daardoor konden zij zich ook ander tafelzoet dan honing permitteren. Trouwens de heidedracht ging stelselmatig achteruit. Ze stelt de laatste jaren nauwelijks nog iets voor. De hei bloeit niet meer zoals vroeger. Dat komt vermoedelijk omdat het waterpeil als gevolg van kiezel - en zandwinning sterk is gezakt. Ook wordt de hei niet meer begraasd. Voor 1940 trokken herders met hun schapen over de hei. Door de begrazing werd de hei vanzelf bemest. Zij kreeg daardoor veel scheuten en veel bloem. Ook heeft het heidehaantje toegeslagen en raken veel bijen in de spinnewebben verstrikt. Toch bolderen er nog de korhoen en de korhaan en is er het heerlijk wandelen, aldus Karel, die nu 87 is en in de zomer nog iedere week zo'n 80 kilometer wandelt.

 XX

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

OUDE BEROEPEN: KLOMPENMAKER 1960

X