Het tragische leven van Patrick Nebel, de Belg die 35 jaar geleden lid werd van de ‘Club van 27’: “Het waren de eighties, iedereen flirtte met de dood. Maar Patrick deed wel héél hard zijn best”
Live fast, die young. Het leven van Patrick Nebel vloog vooruit met tweehonderd per uur, en kwam abrupt tot stilstand op zijn 27ste. Deze week precies 35 jaar geleden. De zanger van Nacht und Nebel was een ongeleid projectiel, bezeten door drank en pillen. Maar tegelijk een muzikaal genie, zeggen vrienden en collega’s. Een belpopmythe, die hij zelf zorgvuldig bedacht. Tot op vandaag zet hij zelfs Wikipedia op het verkeerde been.
Antwerpen, 1985. In de befaamde Ace Studio werkt Nacht und um Victoria 2000. De band heeft producer Jean Blaute erbij gehaald om het succes van Beats of love over te doen. De single heeft hen twee jaar eerder richting sterrendom gekatapulteerd. 165.000 verkochte kopieën in België en Frankrijk. Tv-shows voor een miljoenenpubliek op France Deux. De opvolger moet dus even sterk worden. Maar frontman Patrick Nebel is er slecht aan toe. “Hij arriveerde elke dag in een taxi die zijn moeder had besteld”, vertelt Jean Blaute. “Hij zong wat, dronk iets en ging twee uur later weer weg. Zo ging het weken aan een stuk. Ik wist niet wat ik ermee moest. Patrick had de reputatie onhandelbaar te zijn. Een lapzwans, een ambetanterik. Maar ik vond hem net lief en kwetsbaar. Zoals een puppy. Hij dronk wel veel. En slikte Joost-weet-wat. Tijdens het zingen moest iemand achter hem staan zodat hij niet omviel. Hartverscheurend. Tegen zo’n verspilling van talent was ik niet opgewassen.”Het album flopt. Met het lied Ready to dance haalt Nacht und Nebel nog één keer de hitparade. Maar dan houdt het op. Onbedoeld wordt Victoria 2000 de zwanenzang van Patrick Nebel. Die had het zelf veel grootser gezien.
Van jongs af droomt Nebel – geboren als Patrick Schools in 1958 – van internationale roem. Hij maakt naam in het alternatieve circuit, als flamboyante drummer van La Vie en Rose. Maar de banden met zijn volkse wieg knipt hij niet door. Zijn ouders waken als haviken over hun enige kind, en houden Nebel aan een leiband. Met hun drieën wonen ze boven het Antwerpse café dat moeder uitbaat. De situatie is schrijnend: het gezin slaapt in één bed en leeft op een schuldenberg. Op de gelijkvloerse verdieping maakt Nebel vroeg kennis met de fles.
Tijdens de Rock Rally van 1980 botst Nebel op Alban Bentein, toetsenman van de groep Red Baron. Ze slaan andere bands gade en beslissen dat het beter kan. Op zolder schaven de twee maandenlang aan de culthit Movoco synthaca. Gitarist Luc Olyslager sluit aan, en Nacht und Nebel is een feit. Net als Joy Division verwijst de groepsnaam naar een naziterm: het spoorloos doen verdwijnen van verzetslieden. Prompt kleeft Nebel de halve naam op zijn paspoort. De eerste songs bevallen hem niet. De meeste vinyls van debuut-ep Alcatraz verbrandt hij in zijn kelder. Amper vier stuks overleven. De volgende plaat is wel raak. Dankzij Rembert De Smedt van 2 Belgen komt Nebel in contact met Roland Beelen. Baas van het iconische Antler Records, dat hij oprichtte met Maurice Engelen, en zo mee verantwoordelijk voor Lena van 2 Belgen. “Ik had in mijn studio een nachtsessie gepland voor het album Casablanca”, vertelt Beelen. “Patrick daagde alleen op. Met een bak Tuborg-pils. Hij kroop achter de drums en begon te spelen. Zonder hulp, uit het hoofd. Daarna deed hij ook piano en stem. Op het einde van de sessie was de bak bier leeg. Patrick had demonen, ja, maar was uitzonderlijk begaafd. En ambitieus. Hij wilde ooit optreden in Carnegie Hall in New York. Alles was op leven en dood bij hem.”
Zowel naast als op het podium is Nebel gulzig. Er is de vermeende romance met de bloedmooie Viktor Lazlo. De performances in Romeinse toga of witte smoking. Fel geschminkt, en zijn 105 kilo gehuld in een aura van zweet en exces. Backstage vloeien drank en drugs. En steeds vaker barst Nebel uit in vernielzucht. Marcel Vanthilt ziet het meer dan eens gebeuren. “Telkens als ik met Arbeid Adelt! een affiche deelde met Nacht und Nebel, dacht ik: Oh jee. In een kwaaie bui gooide Patrick met tafels, en slingerde hij pinten in een baan rond de aarde. Dan zochten we een hoekje in de kleedkamer om onze kostbare spullen op te bergen. Hij had die blik der waanzinnigen. Dat hij psychologisch zwaar in de knoop zat, wist ik destijds niet. Het waren de eighties, bijna iedereen in onze scene flirtte met de dood. Maar Patrick deed misschien te hard zijn best.”
Nebel kampt met angstpsychoses, maar verstopt zich achter zijn imago van wildeman. Hij verspreidt het gerucht dat hij is opgenomen in een sanatorium in Zwitserland. Een hersteloord waar hij zou vechten tegen de kilo’s en de drankduivel. Tot op heden duikt dat verhaal op in bio’s – onder meer op Wikipedia – en toogpraat. Maar er is niets van waar. “Patrick verzon het om mysterie te creëren”, zegt Roland Beelen. “Iedereen geloofde het. Terwijl hij gewoon in Oostende zat.”
Daar, in het appartement van Alban Benteins ouders, schrijft Nebel zijn Beats of love. Hij plukt Chris Whitley, vader van Trixie, van straat om de gitaarlijn te spelen. De elpee die volgt, kost amper 90.000 frank – een dikke 2.000 euro. Rembert De Smet betaalt de helft. Dankzij een remix van de Nederlandse producer John Tilly, die dat jaar ook scoort met België van Het Goede Doel, wordt Beats of love in 1984 een monsterhit. De kassa rinkelt, maar rijk wordt Nebel niet. Elke loonbrief pompt hij in de schuldenput van zijn ouders. Tevergeefs. Hun café gaat failliet en Nebels gezin gaat nog armtieriger wonen in Kapellen. Het contrast met zijn vedettestatus is immens. Nebel treedt op over het hele continent. Vangt complimenten van Morrissey, wanneer Nacht und Nebel naast The Smiths op Breekend speelt. En botst zelfs letterlijk op een Beatle. “Die keer dat Nacht und Nebel wél in Zwitserland was, waren ze te gast in een tv-show”, vertelt Jean Blaute. “Paul McCartney was er ook. Patrick was volledig van de wereld. Toen hij de trap naar de studio afliep, viel hij. En rolde hij tot pal voor de voeten van McCartney. Niemand weet wat toen gezegd is. Maar achteraf gunden ze elkaar geen blik.” Met zijn verslavingen gaat het stilaan de foute kant op. Nebel grijpt naar speed en cocaïne, en trekt voor elk optreden naar het hospitaal voor een shot valium. Optreden zonder lukt niet meer. In zijn hoofd stormt het. “Het besef dat ik besta, doet zeer”, zegt hij in een interview. Bij vrienden gaan de eerste alarmbellen af. “De optredens werden chaotischer”, zegt Roland Beelen. “Of we moesten Patrick uit bed halen om op tijd te zijn, of we moesten hem juist intomen. Zijn gewicht schommelde als gek. Toen al wist ik dat het fataal kon aflopen.”
Het breekpunt komt er na Victoria 2000, bij de clipopnames van Ready to dance. Nebel tuimelt er stoned en opgebrand in een zwembad. Ook privé zakt hij in: zijn moeder verbiedt hem in te trekken bij zijn vriendin. De relatie en de groep lopen bijna gelijktijdig stuk. Nebels laatste lied, dat hij alleen opneemt, is veelzeggend: I’m so lonesome.
Weken later, op 15 maart 1986, daagt Patrick Nebel niet op voor een show met Maurice Engelen. Die ziet de bui al hangen. “We moesten die avond ergens in Frankrijk optreden, samen met 2 Belgen”, zegt Engelen daar later over op de VRT-radio. “We zaten aan de eettafel, maar Patrick was er nog niet. Toen zei ik: Hij is dood. Ik had echt het gevoel dat er iets was gebeurd. Het bleek te kloppen. Ze hebben hem thuis gevonden.” Nebel zijn organen hebben het begeven. In het ziekenhuis bezwijkt hij finaal aan een hartaanval. Hij is 27. Net als Jimi Hendrix, Kurt Cobain, Janis Joplin, Jim Morrison en Amy Winehouse bij hun einde. Nebels erfenis wordt nog verspeeld door zijn ouders, die naar een camping in Nederland moeten verhuizen. Allebei sterven ze er. “Patricks dood heeft niemand verrast”, zegt Jean Blaute. “Het was tragisch, maar hij straalde die tragiek ook uit. Zoals de meesten in dat clubje van 27. Ik heb geweigerd om te spreken op zijn begrafenis. Ik vond het een valse kermis. Bij leven werd Patrick verketterd als drugsverslaafde, maar plots was hij een icoon. Hoe hypocriet. Hij was geen heilige, neen, maar wie hem kende, wist hoe geniaal hij was. Dat Beats of love in geen genre of trend paste, was Patrick ten voeten uit. Zoals hij maken ze er geen twee.”
Live fast, die young. Het leven van Patrick Nebel vloog vooruit met tweehonderd per uur, en kwam abrupt tot stilstand op zijn 27ste. Deze week precies 35 jaar geleden. De zanger van Nacht und Nebel was een ongeleid projectiel, bezeten door drank en pillen. Maar tegelijk een muzikaal genie, zeggen vrienden en collega’s. Een belpopmythe, die hij zelf zorgvuldig bedacht. Tot op vandaag zet hij zelfs Wikipedia op het verkeerde been.
Antwerpen, 1985. In de befaamde Ace Studio werkt Nacht und um Victoria 2000. De band heeft producer Jean Blaute erbij gehaald om het succes van Beats of love over te doen. De single heeft hen twee jaar eerder richting sterrendom gekatapulteerd. 165.000 verkochte kopieën in België en Frankrijk. Tv-shows voor een miljoenenpubliek op France Deux. De opvolger moet dus even sterk worden. Maar frontman Patrick Nebel is er slecht aan toe. “Hij arriveerde elke dag in een taxi die zijn moeder had besteld”, vertelt Jean Blaute. “Hij zong wat, dronk iets en ging twee uur later weer weg. Zo ging het weken aan een stuk. Ik wist niet wat ik ermee moest. Patrick had de reputatie onhandelbaar te zijn. Een lapzwans, een ambetanterik. Maar ik vond hem net lief en kwetsbaar. Zoals een puppy. Hij dronk wel veel. En slikte Joost-weet-wat. Tijdens het zingen moest iemand achter hem staan zodat hij niet omviel. Hartverscheurend. Tegen zo’n verspilling van talent was ik niet opgewassen.”Het album flopt. Met het lied Ready to dance haalt Nacht und Nebel nog één keer de hitparade. Maar dan houdt het op. Onbedoeld wordt Victoria 2000 de zwanenzang van Patrick Nebel. Die had het zelf veel grootser gezien.
Van jongs af droomt Nebel – geboren als Patrick Schools in 1958 – van internationale roem. Hij maakt naam in het alternatieve circuit, als flamboyante drummer van La Vie en Rose. Maar de banden met zijn volkse wieg knipt hij niet door. Zijn ouders waken als haviken over hun enige kind, en houden Nebel aan een leiband. Met hun drieën wonen ze boven het Antwerpse café dat moeder uitbaat. De situatie is schrijnend: het gezin slaapt in één bed en leeft op een schuldenberg. Op de gelijkvloerse verdieping maakt Nebel vroeg kennis met de fles.
Tijdens de Rock Rally van 1980 botst Nebel op Alban Bentein, toetsenman van de groep Red Baron. Ze slaan andere bands gade en beslissen dat het beter kan. Op zolder schaven de twee maandenlang aan de culthit Movoco synthaca. Gitarist Luc Olyslager sluit aan, en Nacht und Nebel is een feit. Net als Joy Division verwijst de groepsnaam naar een naziterm: het spoorloos doen verdwijnen van verzetslieden. Prompt kleeft Nebel de halve naam op zijn paspoort. De eerste songs bevallen hem niet. De meeste vinyls van debuut-ep Alcatraz verbrandt hij in zijn kelder. Amper vier stuks overleven. De volgende plaat is wel raak. Dankzij Rembert De Smedt van 2 Belgen komt Nebel in contact met Roland Beelen. Baas van het iconische Antler Records, dat hij oprichtte met Maurice Engelen, en zo mee verantwoordelijk voor Lena van 2 Belgen. “Ik had in mijn studio een nachtsessie gepland voor het album Casablanca”, vertelt Beelen. “Patrick daagde alleen op. Met een bak Tuborg-pils. Hij kroop achter de drums en begon te spelen. Zonder hulp, uit het hoofd. Daarna deed hij ook piano en stem. Op het einde van de sessie was de bak bier leeg. Patrick had demonen, ja, maar was uitzonderlijk begaafd. En ambitieus. Hij wilde ooit optreden in Carnegie Hall in New York. Alles was op leven en dood bij hem.”
Zowel naast als op het podium is Nebel gulzig. Er is de vermeende romance met de bloedmooie Viktor Lazlo. De performances in Romeinse toga of witte smoking. Fel geschminkt, en zijn 105 kilo gehuld in een aura van zweet en exces. Backstage vloeien drank en drugs. En steeds vaker barst Nebel uit in vernielzucht. Marcel Vanthilt ziet het meer dan eens gebeuren. “Telkens als ik met Arbeid Adelt! een affiche deelde met Nacht und Nebel, dacht ik: Oh jee. In een kwaaie bui gooide Patrick met tafels, en slingerde hij pinten in een baan rond de aarde. Dan zochten we een hoekje in de kleedkamer om onze kostbare spullen op te bergen. Hij had die blik der waanzinnigen. Dat hij psychologisch zwaar in de knoop zat, wist ik destijds niet. Het waren de eighties, bijna iedereen in onze scene flirtte met de dood. Maar Patrick deed misschien te hard zijn best.”
Nebel kampt met angstpsychoses, maar verstopt zich achter zijn imago van wildeman. Hij verspreidt het gerucht dat hij is opgenomen in een sanatorium in Zwitserland. Een hersteloord waar hij zou vechten tegen de kilo’s en de drankduivel. Tot op heden duikt dat verhaal op in bio’s – onder meer op Wikipedia – en toogpraat. Maar er is niets van waar. “Patrick verzon het om mysterie te creëren”, zegt Roland Beelen. “Iedereen geloofde het. Terwijl hij gewoon in Oostende zat.”
Daar, in het appartement van Alban Benteins ouders, schrijft Nebel zijn Beats of love. Hij plukt Chris Whitley, vader van Trixie, van straat om de gitaarlijn te spelen. De elpee die volgt, kost amper 90.000 frank – een dikke 2.000 euro. Rembert De Smet betaalt de helft. Dankzij een remix van de Nederlandse producer John Tilly, die dat jaar ook scoort met België van Het Goede Doel, wordt Beats of love in 1984 een monsterhit. De kassa rinkelt, maar rijk wordt Nebel niet. Elke loonbrief pompt hij in de schuldenput van zijn ouders. Tevergeefs. Hun café gaat failliet en Nebels gezin gaat nog armtieriger wonen in Kapellen. Het contrast met zijn vedettestatus is immens. Nebel treedt op over het hele continent. Vangt complimenten van Morrissey, wanneer Nacht und Nebel naast The Smiths op Breekend speelt. En botst zelfs letterlijk op een Beatle. “Die keer dat Nacht und Nebel wél in Zwitserland was, waren ze te gast in een tv-show”, vertelt Jean Blaute. “Paul McCartney was er ook. Patrick was volledig van de wereld. Toen hij de trap naar de studio afliep, viel hij. En rolde hij tot pal voor de voeten van McCartney. Niemand weet wat toen gezegd is. Maar achteraf gunden ze elkaar geen blik.” Met zijn verslavingen gaat het stilaan de foute kant op. Nebel grijpt naar speed en cocaïne, en trekt voor elk optreden naar het hospitaal voor een shot valium. Optreden zonder lukt niet meer. In zijn hoofd stormt het. “Het besef dat ik besta, doet zeer”, zegt hij in een interview. Bij vrienden gaan de eerste alarmbellen af. “De optredens werden chaotischer”, zegt Roland Beelen. “Of we moesten Patrick uit bed halen om op tijd te zijn, of we moesten hem juist intomen. Zijn gewicht schommelde als gek. Toen al wist ik dat het fataal kon aflopen.”
Het breekpunt komt er na Victoria 2000, bij de clipopnames van Ready to dance. Nebel tuimelt er stoned en opgebrand in een zwembad. Ook privé zakt hij in: zijn moeder verbiedt hem in te trekken bij zijn vriendin. De relatie en de groep lopen bijna gelijktijdig stuk. Nebels laatste lied, dat hij alleen opneemt, is veelzeggend: I’m so lonesome.
Weken later, op 15 maart 1986, daagt Patrick Nebel niet op voor een show met Maurice Engelen. Die ziet de bui al hangen. “We moesten die avond ergens in Frankrijk optreden, samen met 2 Belgen”, zegt Engelen daar later over op de VRT-radio. “We zaten aan de eettafel, maar Patrick was er nog niet. Toen zei ik: Hij is dood. Ik had echt het gevoel dat er iets was gebeurd. Het bleek te kloppen. Ze hebben hem thuis gevonden.” Nebel zijn organen hebben het begeven. In het ziekenhuis bezwijkt hij finaal aan een hartaanval. Hij is 27. Net als Jimi Hendrix, Kurt Cobain, Janis Joplin, Jim Morrison en Amy Winehouse bij hun einde. Nebels erfenis wordt nog verspeeld door zijn ouders, die naar een camping in Nederland moeten verhuizen. Allebei sterven ze er. “Patricks dood heeft niemand verrast”, zegt Jean Blaute. “Het was tragisch, maar hij straalde die tragiek ook uit. Zoals de meesten in dat clubje van 27. Ik heb geweigerd om te spreken op zijn begrafenis. Ik vond het een valse kermis. Bij leven werd Patrick verketterd als drugsverslaafde, maar plots was hij een icoon. Hoe hypocriet. Hij was geen heilige, neen, maar wie hem kende, wist hoe geniaal hij was. Dat Beats of love in geen genre of trend paste, was Patrick ten voeten uit. Zoals hij maken ze er geen twee.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten