In de eerste helft van de vorige eeuw zijn er zo heel veel ongelukken met de hondenkar gebeurd; te zwaar beladen, te hard rennen, honden verschrikken en maken zijsprongen etc.
Tot de Tweede Wereldoorlog komt de hondenkar vrij algemeen in het straatbeeld voor. De trekkracht van de hond blijkt de mens goed van dienst te kunnen zijn en de hond is een goedkopere werkkracht dan een paard. Allerlei lasten en vrachten worden per hondenkar vervoerd. De honden lopen voor of onder de kar. De hondenkar is vooral populair bij bakkers, kleine boeren, eierhandelaren, expediteurs, groenteboeren, kaasventers, krantenbezorgers, kruideniers, looiers, marskramers, melkventers, petroleumventers, poeliers, postbezorgers, schoenlappers, slagers, visventers, verhuizers en in het leger als trekdier voor mitrailleurwagens. De hond is goedkoop in de aanschaf en stelt geen hoge eisen aan voeding, onderkomen en verzorging. Het dier neemt meestal genoegen met wat de “pot schaft”; de maaltijd bestaat hoofdzakelijk uit etensresten, brood, groenten en slachtafval. Verschillende hondenrassen hebben werk met de hondenkar verricht. Het zijn voornamelijk de voorouders van de huidige bekende hondenrassen zoals: Bouviers, Duitse doggen, Duitse herders en Groenedalers.
X
Geen opmerkingen:
Een reactie posten