Zoeken in deze blog

vrijdag 26 juli 2024

DE TIJD VAN TOEN: BRABANTS TREKPAARD


X

DE TIJD VAN TOEN: MET OMA AAN HET SPINNEWIEL


X

DE TIJD VAN TOEN: INKORVEN VAN DE BIGGEN OP DE HOOGKAR OP DE BIGGENMARKT 1939


X

JAZZ BILZEN 1969


 

BILZEN - BRUGSTRAAT

Dit oogt overweldigend mooi: de 'entree' naar de ruime Markt vanuit de smalle Brugstraat. Hierin kwam verandering in 1937 toen bij Lambrechts, op de hoek van de Brugstraat en de Markt, voor de laatste keer (in Bilzen) bier werd gebrouwen. Een stuk van de brouwerij werd onteigend voor het verbreden van de ingang naar de Brugstraat. Toen reeds was de brouwerij in onbruik en op de vrijgekomen plaats bouwde " Pa Georges" drie huizen: Ă©Ă©n naast de brug, het tweede als hoekhuis van de markt en het derde ernaast. Na de oorlog van 40-45 brak ook Mathieu Lambrechts het huis af dat voorheen aan de familie Maurissen behoorde en herbouwde dit in Loonse stijl".



DE TIJD VAN TOEN: BEZIG MET DE WITTE WAS IN DE ZINKEN TEIL 1942


X

donderdag 25 juli 2024

SCHILDERIJ DE GRAANOOGST J. VERMEIREN


X

VREUGER: MIJMERINGEN (ARTIKEL ANNY DONDERS, GESCHREVEN IN 2005) MAASMECHELEN


Het huisje werd een eethuis met de naam 't Gläeg en daarna eethuis Friedheim. Inmiddels staan er appartementen.

Het boerderijtje, rustend onder een zonnige wintervacht. Voor Anny Donders betekent deze foto een terugkeer naar haar jeugdjaren, naar het huis van haar grootouders. In gedachten zette ze zich weer op het bankje van toen en noteerde voor ons volgende mijmeringen. Hoe dikwijls heb ik die luifel geschrobd en de vensters gewassen! Met de spinnenkop; ik veegde meer met het hout over de ramen omdat er bovenaan geen haren meer waren; de spinnenkop had enkel nog een sikske aan de onderkant. Binnen in het huis stond de tafel voor het venster; boven de tafel hing een kabel met een porseleinen kapje waarover een doekje hing. Op ieder hoekje van dit lampenkapje was een bloemetje geborduurd; een rood, een geel, een oranje en een blauw. De bloemetjes hadden elk een steeltje en twee groene blaadjes. Ik had er een kantje aan genaaid. Met een speld had men er in één hoek een vliegenvanger aan bevestigd. zo een kleverig ding waar je, als je ietwat voorover durfde buigen, gegarandeerd aan bleef plakken. Op tafel stond een doos met klontjes suiker en een gelakte koffiepot ernaast. Moeder zat altijd op dezelfde stoel, steunend met een elleboog op tafel en de pet van grootvader in de hand. Ondanks de kleverige vliegenvanger wemelden de vliegen immers weelderig over tafel. Moeder wachtte geduldig het goede moment af en, pats, weer was het raak. Het beestje werd doodsimpel van tafel geveegd. Af en toe mocht ik die dan wegkeren. Op haar tocht naar het lof op zondag, Mocht ik al eens mee. Maar eerst haalde moeder alle kammen en haken uit haar haar, bukte zich dan voorover zodat haar haren tot op de grond vielen. Dan pakte ze de bussel haren, draaide alles in een lange streng en vlocht het boven op de kruin. Ik heb altijd met bewondering staan kijken naar dit haarschouwspel. Niet alleen het haar werd voor de lofgang in de plooi gelegd, ook de geruite sloffen werden geruild voor lederen sloffen. De 'sjaskosj', waarschijnlijk nog de handtas waarmee ze getrouwd was, mocht dan ook de kast uit. Dan nog de 'plak' om de schouders en met een laconiek 'kôm keind' waren we weg. Onderweg ontmoetten we meerdere vrouwen die te rusten zaten op hun stoel op de luifel. 'Hei Tilke', klonk het dan als een groet' 'geis-te nao de kérrek? Bij broer Zjengske en zuster Antsje bleef ze al eens staan voor een korte babbel. Ondanks het feit dat die broer en zuster kortbij woonden, was die zondagse babbel dikwijls het enige familiecontact. Ik herinner me grootmoeder ook met af en toe een grote stenen pot tussen haar knieën; met een lange stok was het dan boterstoten geblazen. Ik was blij als ik bij een 'sanitaire stop' die stok al eens mocht overnemen. De mooiste herinneringen draag ik mee van het zitten op het bankje. Als mijn grootmoeder me uitnodigde met de woorden 'kôm keind, zét dich get bi-j mich', dan aarzelde ik geen seconde. Ik wist immers dat dan ook Nelke Monnissen (grootmoeder langs vaderskant) kwam buurten. Menslief, wat was dat een mooie tijd. Kon ik nog maar eens op dat bankje zitten!

X

dinsdag 23 juli 2024

DE TIJD VAN TOEN: CENTRIFUGEREN MET DE HAND

Door de kleding een tijd lang hard rond te draaien in een trommel wordt het water eruit geslagen. Hierna is de kleding nog steeds nat, maar veel minder nat als voorheen. Het drogen van wasgoed duurt hierdoor korter.

X





DE TIJD VAN TOEN: MEISJE MET HONDENKAR


VREUGER: MIJMERING OVER HET MAASMECHELSE BOS EN HEIDE UIT ONZE JEUGDJAREN

Geen bewegwijzerde wandelpaden nodig. Nee, de zandige boswegen volgden we met onze ogen toe! En niet om onze geest stressvrij te maken. Stress kenden we niet. Onze geest kwam wel vrij bij het 'knuprapen', een activiteit die tijdens de vakantie bovenaan stond op ons lijstje van verplicht vakantiewerk. En we wisten dan ook waar de 'knup' het dikst gezaaid lagen!                                              Hoeveel zakken hebben we niet naar huis gesjouwd! Geen zakken, toegesnoerd met een 'smĂ´k'. Dat kon niet! Dat mĂłcht niet! We moesten die zakken boordevol vullen. En regelmatig eens 'stĂ´kke' zodat alle leegten goed gevuld zaten. Dan pas sloten we de zak met een 'deksel' van stokjes of 'sjöl' en kruisgewijze werd hij daarna dichtgeregen met een touw of 'sjansedraod'.                                                  Naar huis met Ă©Ă©n zak? Ook dat was ondenkbaar. Als prille tieners legden we Ă©Ă©n zak in evenwicht over de pedalen van de fiets en Ă©Ă©n achter op het 'steulke'. De dappersten durfden het al eens aan om twee zakken tussen het kader van de fiets te leggen. Twee zakken achter op het stoeltje was ook geen uitzondering. Met een kapotte binnenband van een fiets kon men de vracht wel stevig vastmaken aan het zadel. Waar die massa's 'knup' dan wel voor dienden? Voornamelijk als 'vunkelhout' om de kachel aan te maken. Plankjes klieven was een ongekende luxe op het Boseind van toen.                              Ook schoolkinderen moesten door het mulle, warme zomerzand met hun zware vracht naar huis 'ploegen'. De Elsbeek, eĂ©n van de 'spreinke' (bronnen) van die beek, lag op 50m van de Weg naar As (de tweede iets verderop de ElsbekerdĂ©l in). De boswachters koelden er hun drinken tijdens de zomermaanden. De eerste jaren van de 'Mechelse Heide' stroomde er nog water door 'de dĂ©l'; jarenlang kon men nog over een knuppelbruggetje wandelen dat men over het water had aangelegd. Tot ver in de 19de eeuw waren alle inwoners van Mechelen nog verplicht om een dag te gaan werken om de beek zuiver te maken. Later waren het vooral de schepers die de loop van de beek vrijhielden. In 1910 stierf in de 'ElsbekerdĂ©l' nog een paard. Het had te lang gestaan en kreeg 'het blood' (infarkt). De voerman zag dat het dier al 'teikende' (tekenen van stijfheid) vertoonde en zocht hulp in het dorp. Men probeerde nog een aderlating, maar na 9 dagen waken ging het dier toch dood; de 'ElsbekerdĂ©l' werd zijn graf.              Het economisch belang van bos en heide in het verre verleden, geen verhaal over paarse bloempjes met sierlijke vierlippige klokjes, geen verhaal over broedende grauwe kiekendieven of balderende korhanen. Wel een verhaal van wroeten en sjörrige om den brode. Men moest zelfs regelmatig een nachtwacht op de been brengen om te beletten dat vreemden uit Asch, Eysden en andere omliggende dorpen hun 'hoornbeesten' op de heide lieten grazen of er turf kwamen steken.                                                            Om te eindigen nog volgende tip voor alle gidsen van bos- en heidegebieden, doe eens een nachtwandeling over de heide. Zonder zaklamp. Verlaat de bewegwijzerde paden en...verdwaal in het bos van mijn jeugdjaren. Het geluid van de wiekslag van een opvliegende uil zal nog meer bijblijven  dan het spontane applaus na een rondleiding.

X

maandag 22 juli 2024

DE TIJD VAN TOEN: VHS PLANET OF THE APES 1968 / 1970 / 1971 / 1972 / 1973






X





KOTEM / ELSLOO: RESTANTEN VAN HET KASTEEL

Kotem / Elsloo

Archeologisch speerpunt "Verdronken Kasteel" in Elsloo

Een verdronken kasteel uit de middeleeuwen. Het was een machtig kasteel met een vierkante toren. De kasteelheren konden van daaruit de hele Maasvallei overheersen; passerende schepen op de Maas moesten daar tol betalen. De oudste gevonden elementen dateren uit de 13e eeuw. Nadat het kasteel in de 16e eeuw al zwaar beschadigd wordt door brandstichting, wordt het uiteindelijk in de 17e eeuw een prooi van de Maas die gaandeweg haar loop richting Elsloo heeft verlegd. Je kunt het virtueel bezoeken op de plek waar het ooit stond: in Elsloo. Daar staat een nieuw archeologisch speerpunt: een ijzeren speer in het landschap die als toegangspoort naar het verleden dient. Met een mobiele telefoon duik je in de geschiedenis van het verdronken kasteel en is het zelfs in 3D te bekijken. Je vindt het verdronken kasteel en de speer bij het Auwt Vaer oftewel Conincx Pop terrein. 

Het archeologische speerpunt 6 in Elsloo is een van de 10 nieuwe speerpunten over het leven aan de Maas, die deel uitmaken van de Archeo Route Limburg. Download de Archeo Route Limburg 2.0 app gratis in de App store of Google play.

Opening
Het Speerpunt werd op vrijdag 6 mei 2022 officieel geopend en in gebruik gesteld door wethouder Gina van Mulken. Voorafgaand werd in het Streekmuseum de geschiedenis van het verdronken kasteel en omgeving toegelicht door Ellen Vreenegoor (Rijksdienst Cultureel Erfgoed) en Guus Peters (streekhistoricus). De app die middels een QR-code aan het speerpunt verbonden is, werd ter plaatse uitgelegd door Joep Steinhage (Limburg Marketing) Tenslotte droeg Roos Smeets haar prachtig gedicht over de Maas voor.

Kasteel onder water
Ooit was kasteel Elsloo een imposant bouwwerk waarmee de heer van Elsloo zijn macht kon afdwingen. Hij oefende controle uit over de omgeving en vroeg tol aan passerende schepen op de Maas. Maar uiteindelijk won de rivier het van het kasteel. De Maas schoof langzaam op en het kasteel verdween onder water. Daar bevinden zich de resten nu nog steeds.

Onderwaterarcheologen
In 2004 onderzochten onderwaterarcheologen de restanten. Die waren in de loop van de eeuwen aardig verspreid geraakt, ook door de aanleg van het Julianakanaal. Maar de gestapelde stenen met de mortel er nog tussen laten in ieder geval zien hoe indrukwekkend het kasteel van Elsloo ooit geweest moet zijn. Althans, voor wie onder water gaat kijken. Vanaf 6 mei kun je ook met droge voeten de geschiedenis van het kasteel beleven. Het nieuwe archeologische speerpunt biedt elke voorbijganger de kans om via augmented reality op zijn telefoonscherm het verdronken kasteel te ontdekken. Hierbij wordt een digitaal beeld – vaak een 3D animatie – over de werkelijkheid geplaatst. Je verrijkt (augment) de fysieke wereld met digitale informatie. 

Bezoeken Archeologisch Speerpunt "Verdronken Kasteel":

Als u wilt parkeren kunt u het beste de route volgen naar Cafe De Dikke Stein, Julianastraat 3 te Elsloo.  Aan de overzijde kunt u aan de Scharberg gratis langdurig parkeren. Vandaar te voet via de brug over het Julianakanaal, linksaf richting Maas. Na ca 300 meter vindt u aan de rechterzijde het Archeologisch Speerpunt en de kasteelrestanten in de Maas. 

X


zondag 21 juli 2024

SMEERMAAS - DE GROTE POST EN TRAMSTATIE

De Grote Post en tramstatie in Smeermaas toen de officiële taal van België nog het Frans was. In januari 1898 passeerde hier voor het eerst de tram op de gloednieuwe lijn Maaseik-Maastricht. In de euforie rond de lang verwachte verbinding hadden de uitbaters van de lijn één klein detail over het hoofd gezien: de tolpachter hier op deze grenspost. Die eiste krachtens zijn pachtovereenkomst vijf cent tol per locomotief en per wagon, dus gemiddeld twintig cent per tramstel. De trammaatschappij kon niet anders dan de tolpachter uitkopen.

X

KESSENICH - DOUANIERS 25 MEI 1967

Trots poseren vier douaniers voor hun reuzenvangst in Kessenich. Op 25 mei 1967 ontmaskerden ze deze tankauto als een dubbelwandige smokkelwagen waarin liefst acht ton Hollandse boter verstopt zat. 

X

zaterdag 20 juli 2024

DE TIJD VAN TOEN: JULES SAP, OVERLEVENDE VAN DE TITANIC


Julius “Jules” Sap werd geboren in Rek, bij Zwevezele, BelgiĂ« op 20 september 1890. Hij werkte als boerenknecht. Net als zijn landgenoten Theodore De Mulder en Jean Scheerlinckx ging hij helpen in de suikerbietencampagne in de buurt van Detroit, Michigan.
Hij ging aan boord van de Titanic in Southampton als een Third Class passagier.
Jules herinnerde zich dat hij onmiddellijk wakker werd door de inslag op de ijsberg. Hij trok zijn broek aan en ging naar het dek erboven. Hij hoorde al snel dat de Titanic een ijsberg had geraakt en aan het zinken was. Sap verklaarde dat hij moeite had om een reddingsvest te vinden. Uit angst gaf hij toe dat hij iemand met een mes moest bedreigen om er een te krijgen. Sap verklaarde dat er weinig orde was in de derde klas. Mensen verdrongen zich, duwden elkaar en probeerden te begrijpen wat ze moesten doen. Hij werd waarschijnlijk gered in reddingsboot 11. Na het zinken en zijn redding werden Sap en zijn vrienden opgelicht voor inkomsten uit een reizende show waarin ze verslag deden van hun redding.
Hij bleef in de Verenigde Staten en reisde naar Canada om als boerenknecht te werken in de buurt van Toronto. In 1914 keerde hij terug naar België om in het leger te gaan en diende als soldaat in de Eerste Wereldoorlog. Hij trouwde in 1918 en keerde in 1924 met zijn vrouw terug naar Amerika. Hij werkte op een tabaksplantage in Winnipeg, Manitoba, maar de levensomstandigheden waren slecht en op aandringen van zijn vrouw keerden ze het jaar daarop voorgoed terug naar België. Hij hervatte zijn werk als boerenknecht en nam deel aan de jaarlijkse suikerbietencampagnes in Noord-Frankrijk tot hij met pensioen ging. Af en toe trad hij weer op. Hij vertelde het Titanic-verhaal in bioscopen en ontving een commissie op de toegangsprijzen.
Toen Sap op 15 december 1966 overleed, was hij de laatste overlevende Belgische passagier die op de Titanic had gevaren.


X


vrijdag 19 juli 2024

MEESWIJK-BERG / DUITSE GRENSWACHTEN 1914

'Unteroffiziere und Posten nr. 14 Messwick 1914 Fáhre Berg.' Flink besnorde en gebaarde Duitse grenswachten poseren voor het veerpont van Meeswijk-Berg. Uiteraard kwamen de grensveren in de oorlog onder streng toezicht.

X


donderdag 18 juli 2024

HAMONT - DOUANEPOST JAREN '30

Aan de douanepost  in de Keunenlaan te Hamont passeert een vrachtvoerder met een lading dakriet of walmstro. Onder het toeziend oog van het cliĂ«nteel van cafĂ© Het loopend kraantje van het echtpaar Van Driel-Segers is de douanier met een pinijzer op zoek naar verborgen goederen.

X

LANAKEN (TOEN LANAEKEN) KORTESTRAAT 1920

Troy Schols verzamelt in de Kortestraat, toegerust met bezem en schop, de paardenvijgen op straat. Paardenmest werd gedroogd en in de kachel als brandstof gebruikt. Tot de komst van de tractor, passeerden er dagelijks tientallen paarden met karren door de straten van de dorpen.

X

dinsdag 16 juli 2024

DE TIJD VAN TOEN: WERKEN OP HET LAND 1957


X

MAASMECHELEN (MECHELEN A/D MAAS) - GEMEENTEHUIS EN VREDEGERECHT

Als hoofdplaats van een kanton was er te Mechelen-aan-de-Maas een vredegerecht. Aanvankelijk werden de vrederechters door de bevolking gekozen en spraken ze alleen recht in weinig belangrijke geschillen. Tot 1849 hoefden ze zelfs geen jurist te zijn.

X



maandag 15 juli 2024

OUD-REKEM - RIJKSKOLONIEGESTICHT (KASTEEL D'ASPREMONT-LYNDEN)


Het kasteel van Oud-Rekem gaat terug op een Karolingische vesting aan een Maasarm, toen de Maas nog meer naar het westen stroomde. In 1597 bouwt graaf Herman d’Aspremont-Lynden een zeer ruim waterkasteel in Maaslandse renaissance, dat nog groter was dan wat vandaag rest. Tijdens de Franse revolutie werd het geconfisqueerd en ingericht als hospitaal, daarna als gesticht voor landlopers en in de 20ste eeuw als psychiatrische instelling. Daarbij verdwenen onderdelen van het kasteel. Let maar eens op de bakstenen achtergevel, dat is een vroegere binnenmuur!

X

DE TIJD VAN TOEN: "BELGISCHE MASTIFF" RASHONDEN ONDER DE WAPENS TIJDENS WOI OM MACHINEGEWEER NAAR HET FRONT TE TREKKEN


DE TIJD VAN TOEN: VLAAMSE MELKBOERIN


DE TIJD VAN TOEN: DE HONDENKAR EN TREKHOND 1918

In de eerste helft van de vorige eeuw zijn er zo heel veel ongelukken met de hondenkar gebeurd; te zwaar beladen, te hard rennen, honden verschrikken en maken zijsprongen etc.
Tot de Tweede Wereldoorlog komt de hondenkar vrij algemeen in het straatbeeld voor. De trekkracht van de hond blijkt de mens goed van dienst te kunnen zijn en de hond is een goedkopere werkkracht dan een paard. Allerlei lasten en vrachten worden per hondenkar vervoerd. De honden lopen voor of onder de kar. De hondenkar is vooral populair bij bakkers, kleine boeren, eierhandelaren, expediteurs, groenteboeren, kaasventers, krantenbezorgers, kruideniers, looiers, marskramers, melkventers, petroleumventers, poeliers, postbezorgers, schoenlappers, slagers, visventers, verhuizers en in het leger als trekdier voor mitrailleurwagens. De hond is goedkoop in de aanschaf en stelt geen hoge eisen aan voeding, onderkomen en verzorging. Het dier neemt meestal genoegen met wat de “pot schaft”; de maaltijd bestaat hoofdzakelijk uit etensresten, brood, groenten en slachtafval. Verschillende hondenrassen hebben werk met de hondenkar verricht. Het zijn voornamelijk de voorouders van de huidige bekende hondenrassen zoals: Bouviers, Duitse doggen, Duitse herders en Groenedalers.

X

DE TIJD VAN TOEN: MELKMEISJE EN HONDENKAR BEGIN VORIGE EEUW

De tweewielige kar wordt getrokken door een hond. Op de kar staan vier grote melkbussen, vastgemaakt met riemen en een houten rek.

DE TIJD VAN TOEN: MELKMEISJE MET HONDENKAR EN POLITIEAGENT 1903


Een melkmeisje en haar melkkar wordt gekeurd door een politieagent. We zien een tweewielige hondenkar, getrokken door vijf grote loophonden. In de wagen staan er een groot aantal metalen melkbussen, omhuld met stro en matten om het hotsen en botsen van de kar te dempen. Naast de kar staat het melkmeisje, een volwassen vrouw, in karakteristieke kleding. Naast haar staat een politieagent, uitgerust met sabel, iets op te schrijven.

DE TIJD VAN TOEN: MELKMEISJE


DE TIJD VAN TOEN: BOERENFAMILIE KOEIEN MELKEN


X

zondag 14 juli 2024

OUDE BEROEPEN: MANDENVLECHTER (STOKKEM 1957)

Een mandenvlechter aan het werk. In de Jekervallei en rond Stokkem bestond een bijzondere huisnijverheid: de strovlechterij en de korverij. In Stokkem werd zelfs een teen- en rietvlechtschool opgericht in 1923. De Maas die vlakbij lag, was een ideale voedingsbodem voor wilgen en wissen. Daaruit groeide het korversambacht en het rietvlechten.

X

 
 

DE FAZANT

Waar zit ik het liefst? Ik kom vaak in verschillende gebieden, maar mijn voorkeur gaat uit naar graslanden of akkers met een ruige berm. Ook...