Een gesprek met Jan Carnotensis (Het meesterke van Boorsem) artikel 18 maart 1980.
Jan Carnotensis uit Boorsem -het meesterke- zoals iedereen hem gemoedelijk in de volksmond noemt, plukt nog altijd met verbazend gemak de dagen van de week. Met zijn 81 lentes voelt hij zich nog bijzonder kwiek. Vrijwel dagelijks bestijgt hij zijn statige toeristenfiets om wat hij noemt zijn acht te omschrijven. Een ongeveer 20 km. lange fietstocht die achtvormig over een parcours loopt dat Maasmechelen, Kotem, Boorsem en Uikhoven aandoet. Kranige Jan legt die afstand gezwind af in 90 minuten. Op 'n zomerdag kan het wel even uitlopen want van fietsen krijg je bij warm weer een dorstig gevoel en Jan heeft zijn vaste kapelletjes onderweg waar hij even op verhaal kan komen. Praten met Jan en zijn twee jaar jongere vrouw betekent ook ervaren dat mensen van de derde leeftijd op een zwierige manier door het leven kunnen stappen.
DE GROTE KNAL VAN 1922
------------------------------------
De merkwaardigste gebeurtenis die Jan Carnotensis ooit in Boorsem meemaakte is die van de grote knal uit 1922. Oude mensen in Boorsem, en zeker Mathieu Milissen die erbij betrokken was, zullen het zich nog -levendig- herinneren. Het was op een vroege decemberochtend in 1922 dat de goegemeente opgeschrikt werd door een luide knal die uit de richting van de bierbrouwerij Milissen kwam. De meid Agnes werd met bed en al door de gevel op straat gekatapulteerd. Vader Milissen en de knecht Pieter Ghijsen werden dood onder de puinen gevonden terwijl zoon Mathieu Milissen zwaar gekwetst werd weggedragen. Mathieu is de ramp mooi te boven gekomen en is daarna met een bierhandel begonnen. Maar die knal, het is nog net of het gisteren gebeurde. Een geluk dat het geen paar uur later was want op die plaats, tegenover de kerk, werd altijd druk nagepraat op straat. Dan zou de ramp nog omvangrijker zijn geweest.
125 FRANK PER MAAND
--------------------------------
De jonge onderwijzer Carnotensis nam destijds zijn intrek bij een Boorsemse familie. Hij moest voor kost en inwoon per maand 90 frank neertellen. Van mijn loon kon ik nog precies 35 frank sparen. Ik verdiende toen 125 frank per maand. Je ziet dat er weinig weelde was. Wie zich kon kleden, en ook nog een dak boven zijn hoofd kreeg was al vet.
Tijdens de oorlogsjaren heeft Jan nog les moeten geven in zijn living, want de Duitsers hadden de lokalen van de Boorsemse school bezet. Een keer kreeg ik strenge kontrole. De Duitsers meenden dat er bij ons een soort hoofdkwartier was maar toen ze het bord en het krijt zagen moesten ze lachen. Het hoofd van de inspektiegroep was zelf de zoon van een onderwijzer. Ik hoor hem nog zeggen: "wie primitiv sitsen sie hier".
Als er gemeenteraadsverkiezingen waren moest meester Carnotensis ook steeds op de bres staan. Hij was steevast voorzitter van het kiesbureau. Op gemeentelijk vlak ging het hier vroeger hevig aan toe. Wij hadden twee fanfares, twee voetbalklubs en er was vooral een sterke rivaliteit tussen de mensen van Boorsem en Kotem.
Jan Carnotensis is ongeveer 40 jaar onderwijzer / Directeur geweest in Boorsem.
XXXX

Geen opmerkingen:
Een reactie posten