Zoeken in deze blog

zaterdag 19 oktober 2024

DE TIJD VAN TOEN: BEDSTEDE


Tegenwoordig kennen we meestal ruime slaapkamers met aparte, gemakkelijk verplaatsbare bedden. Vroeger was dat anders. Toen sliepen mensen in bedsteden. Een bedstee is een soort brede kast, waarin een of twee slaapplaatsen zijn gemaakt. 

Zittend slapen

Bedsteden waren vaste, kleine ruimten tegen de wand van bijvoorbeeld de woonkamer of de keuken. Ze waren door een (houten) wand afgescheiden en konden meestal met kleine deuren worden geopend of afgesloten. Soms werd ook wel een zwaar gordijn als afsluiting gebruikt. Bedsteden waren zo kort dat je er niet languit in kon liggen. Dat was niet alleen vanwege het feit dat de mensen vroeger kleiner waren dan nu. Ook gaf men er de voorkeur aan om (half) zittend te slapen. Men dacht toen dat die slaaphouding gezonder was.

Ontwikkeling

Bedsteden in de 17de eeuw bevonden zich achter een rechthoekige opening in de gemetselde muur of houten wand. Vaak werden ze met gordijnen afgesloten maar soms ook met houten deurtjes. De deurtjes liepen dus niet door tot op de grond. In het Groene Hart worden de oudste bedsteden aangetroffen in de woonkamer vlak bij de haard. In de 18de eeuw en in de 19de eeuw krijgen de bedsteden echte dubbele deuren die doorlopen tot aan de grond. De ruimte onder de bedstede is dan bereikbaar vanuit de kamer. Tot het begin van de negentiende eeuw sliep iedereen nog in een bedstede. Daarna won het ledikant steeds meer terrein. Het eerste gebeurde dat in de steden, later op het platteland. Hier bleven boerengezinnen zelfs tot in de twintigste eeuw nog in bedsteden slapen.

Hele wanden

In boerderijen werden bedsteden vaak naast elkaar gebouwd, zodat er een hele bedstedenwand ontstond. De bedsteden bevonden zich meestal in de keuken, woonkamer of opkamer. Daarnaast trof je bedsteden soms aan in de beste kamer. Een bedsteewand had vaak de volgende indeling: twee bedsteden met daartussen een kast, de spinde geheten.

Sober en luxe

Bedsteden waren er in diverse uitvoeringen. Uiterst sober waren ze in de plaggenhutten van de arme keuterboertjes. De bedsteden werden er vaak getimmerd uit ‘scholle planken’ die van de buitenkant van bomen werden gezaagd. Het geheel werd afgewerkt met kranten die op het hout werden geplakt. Maar de bedsteden van rijke boerengezinnen werden veel luxer uitgevoerd, met kunstig geschaafde profielen, houtsnijwerk en mooie paneeldeuren. Vaak was er ook sprake van uitbundig schilderwerk, met fraaie kleurencombinaties of geschilderde houtnerfimitaties.

Troetelkind of ondergeschoven kindje

Baby's lagen in een kribbe. Dit is een langwerpige houten 'bak' die boven het voeteneind van de ouders aan de muur bevestigd werd. Aan het plafond in het midden van de bedstee hing vaak een touw met onderaan een kwast, dit was de troetel. Aan de troetel kon men zich optrekken om in een zittende houding te komen. Als een baby onrustig was werd de onderzijde van de troetel met de kwast wel eens in de krib gegooit. Hier kon de baby dan op sabbelen. Hier komt de naam troetelkind vandaan. Kleine kinderen hadden meestal geen aparte bedstede. Als er ruimtegebrek was sliepen zij soms in een van de grote laden die vaak onder een bedstede waren aangebracht. ‘Ondergeschoven’ kinderen dus.

X



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

SCHILDERIJ

X