Zoeken in deze blog

donderdag 12 september 2024

DE TIJD VAN TOEN: DE POSTBODE (ARTIKEL 1984)


Het lijdt geen twijfel dat zowel op gemeentelijk als op postaal vlak de doorgevoerde fusies in vele gemeenten voor veel onvoorziene problemen heeft geschapen zowel voor de posterijen als voor de postgebruikers. Gehele personeelskaders dienden herschikt, postdiensten aangepast, postnummers werden gewijzigd evenals huisnummers en straatnamen. Velen misten hun vertrouwde postbode, het plaatsen van brievenbussen is een 'must" geworden, het persoonlijk contact ging grotendeels verloren. De meeste appartementsgebouwen werden een probleem apart: ganse rijen brievenbussen in de inkomhal, regelmatig andere bewoners waarvan een groot gedeelte naliet bij vertrek of aankomst hun naamplaatje op de hun toegewezen brievenbus weg te nemen of aan te brengen, zodat de postbodes die bij vervanging aldaar de briefwisseling moesten bestellen, voor raadsels kwamen te staan, zo groot als het gebouw zelf. De bewoners en hij, onbekenden voor mekaar, maar mensen die elkaar toch zo nodig hebben! Ook wordt de huidige postbode vaak geconfronteerd met vreemde geschriften en taalgebruik vanwege immigranten van diverse nationaliteiten. Daarbij is ook een veranderende mentaliteit een belangrijke factor: de hedendaagse postgebruiker is veel kritischer ingesteld en diengevolge vlugger ontstemd bij de geringste onregelmatigheid hoewel die soms gebeuren buiten de wil van de posterijen om. De verantwoordelijkheid van de postbode en van de bedienden groeit dagelijks. Wat de postbode in het bijzonder betreft moeten we zeker het uitbetalen van de pensioenen vermelden. Dit plaatst de posterijen voor het dilemma  van gevoel en rede: wat moet primeren? de nood van de mens of de onderrichtingen terzake? Een van de twee zal de handelwijze afkeuren! Het spreekt vanzelf dat een postorganisatie waarin dagelijks -wat ons postkantoor betreft- hun taak dienen te vervullen geheel dreigt ontregeld te worden, wanneer een schakel wegvalt, door menselijk falen of tekortkomingen of ingevolge overmacht van welke aard dan ook. Daarom komt de kritiek op de posterijen ook meestal van mensen die zich niet bewust zijn van het feit dat ook bij de posterijen de correcte dienstuitvoering afhankelijk is van de goede gang van zaken in andere diensttakken. De postbode is de laatste schakel die de kring sluit en daarom vaak ten onrechte de zondebok. Zij zijn het meestal die het niet laten afweten, hoe onmenselijk de weersomstandigheden ook zijn, om geen hond door te jagen, geen kat op de weg, regen, sneeuw, hagel, om nog niet van andere moeilijkheden te spreken...
Daarom komt kritiek aan hun adres soms zo hard aan! Voor sommigen komt hij te vroeg, voor anderen te laat! Gelukkig kunnen ze ook rekenen op begrip en waardering, in het bijzonder van de mensen die de post om allerlei redenen zeer hard nodig hebben zoals ouderlingen, gehandicapten en alleenstaanden, voor wie hij soms één van hun schaarse bezoekers is of misschien de enige. Van zijn komst kan afhangen of brood op tafel komt of levensnoodzakelijke dingen. De tijd dat mensen hem smeken om zelfs op zaterdag een assignatie te bezorgen, is nog niet voorbij...!
Wel jammer dat we van de postbode vragen wat we zelf nog niet altijd in wederzijdse en spontane bedachtzaamheid voor mekaar willen opbrengen. Mensen die er altijd zijn, waarvan er veel geeïst wordt en die nooit opvallen. Mensen in een veranderende, harde tijd, die tegenwoordig zelfs dagelijks de kans lopen omwillen van soms een luttele som geld aangevallen of geslagen te worden waarbij verlies van gezondheid of zelfs leven kan voorkomen. Oudere mensen dwepen soms nog met de post van toen, begrijpen niet altijd dat de postbode tegenwoordig soms hun briefwisseling in de bus steekt of meestal eens per maand met jachtige gebaren hun pensioengeld op tafel legt, haastig groet en vertrekt. Aan zo een facteur -zeggen ze- hebben we niet zoveel meer als vroeger; aan hem kan je niets vragen, van hem kan je niets meer vernemen...vroeger ging dat wel: men kon hem vragen boodschappen over te brengen, medicamenten mee te brengen, de wasketel van de kachel laten optillen, storingen in de electrische installatie te laten opsporen, nieuwe zekeringen laten meebrengen, een kleine rekening laten voorbetalen, een voornaam voor de op komst zijnde baby laten uitzoeken zonder de aanstaande peter of meter te krenken, de kachel aan te maken, de peren te plukken, eens een brief naar Brussel te schrijven of gewoon maar eens te laten luisteren naar de familiale perikelen.
De toen jonge postbodes hadden bijzonder bij de moeders van huwbare dochters een streep voor omwille van de koperen knopen of de "staatsplaats". De postbodes van nu zouden eigenlijk hetzelfde willen doen, maar ook zij zijn niet ontsnapt aan de maatschappelijke evolutie die de mensen grondig veranderd heeft. Daarom zit hij in strakker keurslijf gegoten. Zijn verantwoordelijkheid is enorm toegenomen, zijn goodwill even groot. Hij is zich nogdegelijk bewust van het feit dat de problemen en noden van toen nu nog minstens even groot zijn, en zeker op louter menselijk vlak! Maar de eisen, aan hem gesteld, zijn veranderd: rendement, nauwkeurigheid, takt en veelzijdigheid zijn aan de orde en daarvoor moet de mens -zoals hij is- wijken. Hoe simpel en hoe mooi het voor een buitenstaander ook lijkt: de paden van de postbodes lopen niet altijd over rozen!!!

X


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

REKEM (TOEN RECKHEIM) - TONEELGROEP "VREUGD IN DEUGD" JAREN '20

De toneelgroep "Vreugd in Deugd" bereikte in de jaren twintig, onder de bezielende leiding van pater Hugo Van Breda, een ongekend ...