Zoeken in deze blog

zondag 7 april 2024

OUDE BEROEPEN: DE LANTAARNOPSTEKER





Ongure types

In de donkere middeleeuwen waagden de mensen zich ’s avonds liever niet op straat. Wel zo veilig met al dat ongure volk en straatverlichting was er niet. Die kwam er pas in de late middeleeuwen: draagbare en vaste lantaarns met kaars in een winddichte behuizing.


De eerste lantaarnpaal 

Maar wist je ook dat de eerste echte lantaarnpaal in 1663 werd uitgevonden door schilder en uitvinder Jan van der Heyden? Daarin brandde olie in een afgesloten reservoir. Dat reservoir moest wel tijdig worden gevuld en de lantaarn had ook onderhoud nodig. De speciaal geselecteerde en opgeleide lantaarnopsteker zorgde daar voor. Zodra het begon te schemeren trok hij erop uit om met behulp van een lange stok met brandende lont de olie (en later het gas) aan te steken. In de ochtend maakte hij een rondje om alle lantaarns weer te doven. Want laten branden is natuurlijk zonde.


Rotjongens

Geen baan van 9 tot 5. In de tussentijd moest er ook op een andere manier de kost worden verdiend. Vandaar dat de lantaarnaansteker meestal meerdere bijbanen had. Zo was hij daarnaast vaak de bewaker van de stad, maar ook de combinatie met barbier was niet ongewoon. En als de lampen weer eens werden gedoofd door een stel rotjochies moest hij ook nog een sprintje trekken om ze stevig bij het oor te pakken.

Inmiddels is het beroep uit het straatbeeld verdwenen.


X






Geen opmerkingen:

Een reactie posten

DE FAZANT

Waar zit ik het liefst? Ik kom vaak in verschillende gebieden, maar mijn voorkeur gaat uit naar graslanden of akkers met een ruige berm. Ook...