DE TIJD VAN TOEN: HANNES KIJKT DE MOLLEN UIT DE GROND (ARTIKEL JAREN '70)

X

BERINGEN MIJN 1957

Op het houtterrein van de mijnzetel wordt de houtwieg geladen met boomstammen.

DE TIJD VAN TOEN: STUTTEN VAN DE PIJLER IN DE MIJN

De mijnwerker moest zijn werkplaats in de pijler voortdurend ondersteunen. Hiervoor gebruikte hij eerst houten stutten, boomstammen die hij met bijl en zaag aan hoogte en druk moest aanpassen. Vanaf 1932 zouden ijzeren 'stempels' de houten ondersteuning langzaam maar zeker vervangen. De mijnwerkers wisten dat deze ijzeren steunpilaren een grotere druk aankonden. Maar zij beweerden dat een krakende houten stempel hen beter verwittigde wanneer er instortingsgevaar dreigde. De ijzeren stutten werden steeds praktischer. Van de met de hand uitschuifbare, over de hydraulische tot in het begin van de jaren zestig de wandelende ondersteuning, evolueerden de ondersteuningsmiddelen na de Tweede Wereldoorlog snel. De wandelende ondersteuning volgde de ontginningsmachines als het ware stapvoets door de kolenlagen. Want het kappen van de kolen met de pikhouweel behoorde toen ook tot het verleden. Het dynamiteren van doorgangen gebeurde op een beheersbare manier door de schietmeester en zijn helper. Eerst de persluchthamers, later de snijmachines, de schrapers, de kolenschaven en uiteindelijk de puntbraak- en tunnelmachines, zouden de productie doen stijgen. Maar de machinale ontginning zorgde voor nog meer kolenstof en vereiste nieuwe methodes om dit euvel te bestrijden. 

X

EISDEN - DE 4.000STE TON STEENKOOL 1933

Op de kade aan de Zuid-Willemsvaart was de verscheping van de 4.000ste ton steenkool van die dag een foto waard. De schippers op hun klompen op de achtergrond kijken naar de werkleiders van de koolmijn, die zich met hun kniehoge lederen beenstukken van de arbeiders onderscheidden. Het laadsysteem waarmee de kranen in één beweging hun vracht in het scheepsruim konden lossen, betekende een hele tijdwinst bij de overslag.

X

DE TIJD VAN TOEN: ALLENIG ZIJN IS MAAR EEN WANKELE BASIS (ARTIKEL JAREN '70)

X

DE TIJD VAN TOEN: EEN HEEL LEVEN SAMEN (ARTIKEL JAREN '70)

X

DE TIJD VAN TOEN: AARDAPPELEN SCHILLEN CA. 1920

De boerin had haar dagelijks terugkerende klussen, zoals aardappels schillen. Daar was ze vaak een hele tijd zoet mee, want ze kookte niet alleen voor het eigen gezin, maar ook voor de inwonende knechten en meiden.

X

DE TIJD VAN TOEN: VLASSEIZOEN CA. 1910

Het vlasseizoen duurde meestal maar 4 weken, dan werd het vlas getrokken en op schoven gezet. ' Daarna was iedereen kapot, want je stond de hele dag gebogen, je voelde je rug niet meer.' Voor de vlasoogst werden veel trekarbeid(st)ers aangetrokken, dan trokken grote groepen mannen, vrouwen en kinderen van boerderij naar boerderij. 's Nachts sliepen ze in het hooi. Van het bewerkte vlas werd garen gesponnen voor het weven van linnen.

X

DE TIJD VAN TOEN: BOERIN VULT DE MELKBUSSEN 1952

X

OUDE AMBACHTEN: DE BOEKBINDER (ARTIKEL 1984)

XX

TONGEREN - DE GROTE MARKT CA. 1850

Een fotograaf was toen nog een bezienswaardigheid voor de geduldig poserende kinderen op straat. De stenen waterpomp met het perron moest in 1864 plaats ruimen voor het standbeeld van Ambiorix.

X

DE TIJD VAN TOEN: BOERENDOCHTER EN KOE

De zorg voor het hoeden van de meestal kleine veestapel werd in het begin van deze eeuw vaak overgelaten aan de kinderen.

X

DE TIJD VAN TOEN: POSEREN TIJDENS DE HOOITIJD

Een idyllisch beeld tijdens de hooitijd. De boer keert het hooi met zijn houten reek. Ondertussen zitten vrouw en kinderen mooi opgedirkt in een hoop hooi.

X

LEOPOLDSBURG - 'BOULANGERIE LIÉGEOISE' VAN BROUX WILLEMS 1913

Bakkers brachten hun brood zelf bij de klant, te voet, met de hondenkar of zoals hier met een luxueuze paardenkar. Na 1900 verschenen bakkerswinkels.

X

DE TIJD VAN TOEN: BEVRIJDING RUISLEDE TIJDENS WOII OP 8 SEPTEMBER 1944

Ruiselede werd bevrijd door de eerste Poolse Pantserdivisie onder leiding van Generaal Stanislaw Maczek. De hulp van bombardementsvliegtuigen was nodig om de Duitsers te verjagen uit de Aalterstraat. Deze actie had als resultaat : doden : 5 Polen, 37 Duitsers en 7 burgerslachtoffers uit Ruiselede. Er was verder een enorme materiele schade in de Aalterstraat : huizen, karren, paarden, autos, kanonnen,enz.. Ook het Stadhuis was fel beschadigd en in de Kasteelstraat was er ook veel vernield. Op de foto's heb je een beeld van de vernieling in de Aalterstraat en de aankomst van de Polen. Er waren zware gevechten in de Aalterstraat, de Markt en de Kasteelstraat. Er kwamen bombardementsvliegtuigen aan te pas om de Duitsers uit te schakelen. In Ruiselede zijn er ook verschillende vliegtuigen neergestort.