Deze foto is niet van de bewoner van Neeroeteren maar een algemene foto uit Limburg.
Een bejaarde inwoner uit Neeroeteren vertelde hoe hij omstreeks 1900 leefde en woonde. Het was een levenswijze die sinds eeuwen onveranderd gebleven was. Duizend jaar geschiedenis in een notendop. Een eenvoudig laag bakstenen boerderijtje met dakpannen. Er was zeker geen architect aan te pas gekomen. In de voorgevel 2 vensters met daartussen een deur. Als je de deur van de boerderij opendeed, stond je meteen in het huis. In die ruime kamer met een grote open haard werd gewoond. De vloer was van rode baksteen en de zoldering bestond uit duimdikke, zwartgerookte dennenplanken, ondersteund door zware eiken balken en keper. Op een lang rek, tegen één van de muren, stonden de tinnen teloren. Een lange witgeschuurde tafel en enkele withouten stoelen vormden verder nog het meubilair van het huis. Daarnaast was er de 'goei kamer' met wit- en blauwgekleurde vloertegels in stervorm gelegd. Hier waren de muren behangen en kon je naar de slaapkamer van vader en moeder. Om in de twee andere slaapkamers te komen, moest je buitenom. Houten bedden met een stro- of kafzak, een nachtkastje met een oliepitje en een kleerkast, dat was alles wat er stond. Langs een steile trap kwam je op de zolder, die vooral als berging diende. Het overgrote deel van de bevolking werkte in de landbouw, was uiterst devoot en volgde stipt de bevelen op van de burgemeester en pastoor. Pas ver na 1900 zou ook Limburg een stormachtige vernieuwing doormaken.
X
Geen opmerkingen:
Een reactie posten