In het najaar werd het slaghout uit de bossen per opbod verkocht. De boeren trokken dan dagenlang naar het bos om er 'schansen'of mutsaarden te maken. Het slaghout diende onder andere voor het stoken van de bakoven. Elke boer bakte immers zelf zijn brood en zijn vlaaien in zijn bakhuis. De gekochte dennen zaagde men tot weipalen voor de afsluitingen.
X
Geen opmerkingen:
Een reactie posten