Welkom in het vergeten gehucht Herbricht: vier huizen, één caravan en acht inwoners
(Artikel 2019)
-------------------------------------------------------------------
De overheid zag in 2009 geen andere keuze dan het gehucht Herbricht van de kaart te vegen. Figuurlijk, want het was de Maas die het al decennia letterlijk deed als ze in de winter uit haar oevers trad. Tien jaar later ligt het uiterste puntje van Lanaken er nog steeds godvergeten bij. Vier huizen, één caravan en één leegstaande boerderij vlak aan de stroom. “Maar die gaan ze dit jaar afbreken, dat wordt natuurgebied", vertellen Jo en Rudi, een kwart van de lokale bevolking.
“Dag buurman. Hoog bezoek, hé. Eindelijk eens de pers hier als we niet met onze voeten in het water staan.” Jo Eurlings (60) wandelt bij zijn buurman en café-uitbater Rudi Smeets (55) binnen en begint meteen over de grillen van de Maas. “En ge ziet hé, we zitten hier nog steeds. Maak u geen zorgen, de Maas komt nooit meer zo ver uit als toen...”
Herbricht ligt volgens historici al meer dan 1.000 jaar langs de oevers van de rivier die België van Nederland scheidt. Bewoning is er altijd geweest, daar op de grens met Neerharen en Uikhoven, maar tien jaar geleden leek er definitief een einde te komen aan het voortbestaan van het piepklein gehuchtje. De ene overstroming na de andere zorgde voor zware interventies, heel wat waterschade, noem maar op. Het was vooral de overheid die er verveeld mee zat, de bewoners minder, want die weten al heel hun leven niet beter.
BURGEMEESTER EN SECRETARIS
“Ik ben hier geboren. Mijn ouders en grootouders ook, wij hebben hier altijd café De Maasvallei gehad”, zegt Rudi, die maar liefst twintig overstromingen meemaakte sinds de jaren zeventig. “Jo, gij hebt er negentien gezien hé, want gij zijt wat later als tiener hier komen wonen. Ik weet dat nog héél goed.”
Rudi heeft inderdaad een ongezien geheugen. Elke overstroming, bijhorende datum, de exàcte leeftijd van de bewoners in het gehucht, hun geboorteplaatsen, wie wanneer gestorven is. Àlles kan hij opnoemen.
“Hij is een beetje de burgemeester én secretaris van Herbricht”, lacht Jo. “Maar het klopt allemaal. Ge kunt hem met niks 'pakken’. Destijds maakten vooral de media de overstromingen nog erger dan ze waren. Allez, begrijp me niet verkeerd, met Kerstmis 1993 zijn ze ons met een helikopter moeten komen halen uit water, en nadien heeft het water nog een aantal keren zeer hoog gestaan. Maar wij zijn dat al jarenlang gewoon. De vuiligheid die achterblijft is nooit fijn, maar sinds ze de Maas verbreed hebben via enorme graafwerken hebben we eigenlijk geen natte voeten meer gehad. De laatste keer was in 2011. Van vertrekken is in elk geval totaal geen sprake meer. ”
VAN ZES NAAR ACHT
En toch dooft het verhaal van Herbricht stilaan uit. De Hal in Kotem (Maasmechelen) enkele kilometers verder onderging in 2010 hetzelfde lot. Daar staat geen enkel huis meer recht. Herbricht telt vandaag nog acht bewoners, Jo en Rudi inbegrepen. Daarvoor waren ze zelfs met zes. “Onlangs is hier nog een Nederlands koppel uit Valkenburg komen wonen. Ze verblijven tijdelijk in een caravan en hebben hier paarden staan in enkele grote weides. Ze gaan in het huis naast ons wonen, dat ook van mij is. Zij knappen dat nu wat op", zegt Jo.
“Ik heb twee dochters van 21 en 28 jaar. De oudste woont in Vlaams-Brabant, is daar blijven hangen na haar studies. De jongste woont nog thuis en studeert in Hasselt. Daarvoor zat ze twee jaar in de Verenigde Staten, maar ik denk dat zij Herbricht ooit achter haar laat. Ikzelf ben enkel naar de Belgische kust geweest, en wil eigenlijk nergens anders heen.”
LAATSTE HOEVE
“Weet je, het is écht wel ver van de ‘bewoonde’ wereld hé. Je moet al bijna drie kilometer rijden voor je aan de Rijksweg (N78) uitkomt. Met de fiets durven we haar niet altijd alleen laten gaan, maar wij wonen hier wel héél graag. Mijn vrouw is 64 en is momenteel de oudste bewoonster", lacht hij.
Dat was tot enkele jaren geleden nochtans Marie-Thérèse Martens, ze werd meer dan negentig. Haar hoeve staat leeg en wordt dit jaar nog gesloopt. “Eerlijk, ik vind dat erg”, zegt Rudi. “De laatste hoeve in de omgeving van het gehucht zal plaats maken voor de rivierbedding en de wilde paarden die er zullen vertoeven. Natuurlijk is dat ook mooi, maar het gebouw en de sfeer errond heeft zoveel charme.”
NOOIT RUZIE
Rudi woont alleen achter het café en is 55. Het nieuwe Nederlandse koppel is 57 en 58. Jo en zijn vrouw zijn zestigers. Maar sinds een tijdje woont er ook een jong koppel van net geen dertig, weet Rudi. “Het is haar ouderlijk huis, zij is hier geboren. Daar", wijst hij. “In het laatste huis van Herbricht, ooit bewust gebouwd op hoogte, zodat de Maas niet meteen in de living zou staan. Ze heeft als kind tal van overstromingen beleefd. We kennen elkaar allemaal en helpen waar nodig. Dat is tegenwoordig uniek. Hoeveel mensen hebben geen ruzie met de buren? Wel, wij wonen hier met ons achten, vlak naast elkaar en hebben nooit discussie. Nooit.”
EENZAAM
Zo afgezonderd van de buitenwereld kijken we naar de Maas. Zijn jullie nooit eenzaam? “Absoluut niet. Een typische vraag van mensen uit de stad. Zwijg en luister nu eens even. Hoor je de vogels? De Maas kabbelt rustig voort, en af en toe passeert er een fietser. Wat wil je nog meer? Ik geloof wél dat hier ook na ons, mensen willen komen wonen. Natuurliefhebbers waarschijnlijk, maar ik geloof niet in het einde van Herbricht.”
“Ik wil hier tot mijn oude dag het café blijven houden", zegt Rudi. “Of toch zolang ik nog kan. Niemand wil ooit naar een rusthuis hé, ook wij niet. Maar we beseffen dat je als oudere mens hier zo afgelegen al snel minder mobiel bent. We zullen wel zien wat de tijd brengt.”
Nog één vraag, mannen: gaat de Maas nu ooit nog eens hevig ‘uitkomen’ zoals ze hier in het Maasland zeggen, of niet? “Ik denk het niet", is Rudi overtuigd. “Die graafwerken hebben echt hun vruchten afgeworpen. Kijk eens hoeveel breder de Maas hier in de bocht is, vroeger was dat minder dan de helft.”
STEEDS FELLER WEER
Jo: “Ik denk toch van wel. Je kan de natuur niet voorspellen, en onderschat de Maas nooit. Het weer wordt steeds feller. Als het weer zover is, zullen we de pers hier wel op ons dak krijgen hé. Dan staan ze hier met hun laarzen. Eender hoe, nooit zal ik Herbricht verlaten. Met of zonder water aan de knieën.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten