Het rooien van de aardappelen moest omzichtig gebeuren, met zo weinig mogelijk gooi- en smijtwerk, en liefst met de hand, om het zogenaamde stootblauw te voorkomen. Tijdens het zoeken werd direct al gesorteerd naar maat; en het kriel werd apart gehouden. De aardappelen kwamen dan direct in de kisten, gereed voor de verkoop, van het veld. Een deel van het rooien werd gemechaniseerd met de komst van de aardappellichter, waarbij een deel van een perceel vooraf bewerkt werd en klaar lag om geraapt te worden.
X
Geen opmerkingen:
Een reactie posten