Eerst wat historiek van de standplaats
De pastorij in Membruggen was in de periode van de eeuwwisseling naar de 19de Eeuw gehuisvest in een vleugel van een boerderij op het rechter gedeelte van het huidige kerkplein. De twee beschreven taxusbomen die meerdere eeuwen oud zijn, stonden destijds in de pastorijtuin. Links van deze bomen stond tot in de jaren 60 van de vorige eeuw een “toem”. Deze aarden heuvel is in de Atlas der Buurtwegen nog terug te vinden. Over deze “toem” werden in het verleden twee verhalen verteld. Enerzijds zou het een Romeinse tumulus zijn. Er is in Rijckerstraat in Membruggen in de jaren 1950 inderdaad een Romeinse villa ontdekt bij het bouwen van een woning. Dat het echter geen tumulus was, is in 2014 aangetoond via een geofysisch onderzoek. Anderzijds deed het verhaal de ronde dat de “toem “ ontstond door de ophoping van de aarde van een ondergrondse tunnel die vanuit die vroegere pastorij naar de pastoorstuin leidde. Het zou een vluchtgang zijn geweest voor de pastoor. Op 21 oktober 1793 werd tijdens de Franse Revolutie namelijk een wet aangenomen waarbij alle priesters die weigerden een eed van trouw aan de republiek te zweren, en iedereen die hun onderdak verschafte, ter plekke gedood mochten worden. In het hierboven vermelde geofysisch onderzoek is er inderdaad sprake van anomalieën in de ondergrond die wijzen op een mogelijke tunnel.
De “toem” werd in de jaren 60 van de vorige eeuw afgegraven door de K.S.A. die de pastorijtuin kregen als speelplein.
Dat allemaal wist Theo Thys ons te vertellen. (Ivo Thys 07112019)
Ook wat historiek over de boomsoort
Het is best een eigenaardige naaldboom die dan ook nog echt inheems is in het zuiden van België en misschien wel de enige boomvormige conifeer die daar ooit inheems was. Dat hij toch zo stiefmoederlijk behandeld werd is al even merkwaardig. Hopelijk komt in de toekomst met wat medewerking van de bosgroepen daar verandering in. Maar hoe dan ook als inheemse naaldboom blijft het een buitenbeentje. De Engelsen noemen het een “cone bearing” maar hij draagt geen kegels, hij heeft ook geen hars zoals de meeste coniferen en zoals de soortnaam “baccata’ laat veronderstellen zou hij bessen dragen maar ook dat is een loopje met de werkelijkheid.
In flora’ s van de twintigste eeuw werd het zelfs steevast omschreven als een exoot. Best eigenaardig als je weet dat in onze buurlanden, Frankrijk, Duitsland, Engeland zelfs natuurlijke Taxuswouden bestaan of restanten ervan. Daar is dit geslacht ook heel intens onderzocht en bestudeerd.
Echt mastodonten van bomen vind je alleen in Ierland, Engeland en Frankerijk. Vooral op rituele plaatsen of locaties waar religie nooit ver weg was wisten ze stand te houden. We denken dan aan kerken, begraafplaatsen en abdijen of zoals hier in een pastorijtuin.
En nu iets over de bomen zelf : Ze werden opgemeten door de Limburgse bomenwerkgroep in 2019 en kregen de identificatie Lim04480 ( gps locatie 50°49’05.1”) bij een stamomvang op borsthoogte van 248 cm, Lim04480 (gps locatie 50°49’05.1”) bij een stamomvang van 226 cm.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten