DE BEWONERS VAN DEZE BOERDERIJ:
In 1947 was Hendrikus Repriels 64, zijn broer Jan 58, broer Mathijs 56 en zuster Maria 60: alle vier bleven ze ongehuwd. Hun woonhuis lag naar achter, kort bij de moestuin. Omwille van het forse, grijze groeisel onder hun neus, waren de drie gebroeders gekend als 'de snôrre Repriels'. Tot op hoge leeftijd kleurden ze het boeren- en het verenigingsleven in het dorp. Ze stapten mee in de Witte Fanfare (die met de witte patsje) en waren voormannenvan de oude schutterij St.-Monulphus en Gondulphus. Dankzij hen ontsnapten de zilveren vogel uit 1609 en vele waardevolle gedenkplaten van de schutterij uit de handen van de Duitse bezetters. Zelf kregen ze echter hun deel : op weg naar de gebombardeerde boerderij van hun broer jaak in de Meelstraat (in mei 1940), werden ze geraakt door schrapnellen van de laatste bommen die vielen. De 'snôrre' waren ook gekend voor het kweken van trekpaarden. Van heinde en verre kwamen boeren met hun merries naar de prijshengst van de Reprielsen in de Dorpstraat. Van kunstmatige inseminatie was nog lang geen sprake! In de ruime schuur langs het 'stumpelegetske' was het stampen, trappelen en hinniken geblazen.
X
Geen opmerkingen:
Een reactie posten