Zoeken in deze blog

zondag 1 juni 2025

DE TIJD VAN TOEN: OMA AAN DE KACHEL 1955

De meeste boerenbedrijven waren familiebedrijven. Op de boerderijen woonden vaak drie generaties. Oma en opa, vader en moeder, en een schare kinderen leefden onder één dak. Ze voerden een gezamenlijke huishouding, werkten met z’n allen op het land en waren economisch afhankelijk van de opbrengsten van de boerderij. Het was van oudsher gebruikelijk dat het agrarisch bedrijf van vader op zoon werd overgedragen. Het was vaak de oudste zoon die het boerenbedrijf overnam. Tot op de laatste dag van hun leven bleven zijn ouders op de boerderij wonen en genoten van hun oude dag bij de kachel in de boerenkeuken.

X

Geen opmerkingen:

Een reactie posten