De leurhandel was bijzonder levendig tot ca. 1960. Venters deden vooral in bederfbare producten, zoals vlees, groenten en fruit, verse vis… Hun aantal nam toe in tijden van economische crisis en wanneer de huurprijzen stegen. Ook wie weinig geld had, kon een ambulante handel opstarten. Maar er waren uiteraard ook regels. Venters moesten aan het stadsbestuur plaatsrecht betalen om op pleinen te staan en langs de straat te verkopen. Ook de melkman, de bakker en de brouwer deden hun ronde met de kar, getrokken door paard of honden, of later met de auto.
X
Geen opmerkingen:
Een reactie posten