Het machinaal dorsen was een zaak van harde arbeid, veel stof en lawaai en hoge arbeidsdruk. Ook al omdat er veel handelingen vereist waren, werd daarom telkens een hele ploeg mensen op de been gebracht, meestal 10 tot 15 personen. Iedereen had een taak. Het aanbrengen van de schoven vanop de mijten, het lossnijden ervan en het in de dorstrommel steken van de halmen, het wegvoeren van de zakken, het reinigen van de werkplaats enz. De dors- en aandrijfmachine waren meestal eigendom van een loonwerker die hiermee van boerderij tot boerderij trok. Tot in de jaren 1920 werd voor de aandrijving meestal een stoomlocomobiel gebruikt. Vanaf dan werden steeds meer de mobielere tractoren of de goedkopere stationaire dieselmotoren gebruikt. Bij deze Lanz-tractor zijn de banden nog uit vol rubber. Opvallend zijn natuurlijk de lange aandrijfriemen van tractor tot dorsmachine. De wentelsnelheid lag niet zo heel hoog, maar vanzelfsprekend was dit een heel gevaarlijke situatie.
X
Geen opmerkingen:
Een reactie posten