Zoeken in deze blog

maandag 5 juni 2023

WALTER ARFEUILLE (HET BEEST)

 


IN DIKSMUIDE 1983 TROK HIJ MET DE TANDEN EEN TREINSTEL VAN 165.250 KG VOORUIT.

IN 1996 VERBETERDE HIJ ZIJN VORIG RECORD DOOR MET DE TANDEN EEN TREINSTEL VAN MAAR LIEFST 224.000 KG VOORUIT TE TREKKEN.



DE STUNTMAN TROK IN 1990 IN PARIJS MET ZIJN TANDEN EEN GEWICHT VAN 281,5 KG ZOWAT 17 CENTIMETER IN DE LUCHT.

REEDS IN 1972 WIST WALTER ZICH KAMPIOEN GEWICHTHEFFEN TE KRONEN. IN 1978 TROK WALTER TIJDENS DE TOOGHEDAGEN IN IEPER EEN VRACHTWAGEN VOORUIT MET ZIJN TANDEN. IN 1980 GAF HIJ DEMONSTRATIES IN HET IJZER PLOOIEN.

OPTREDEN VAN KRACHTPATSER WALTER TIJDENS DE SINT-CORNELIUSFEESTEN TE AALBEKE IN 1986.

OPTREDEN VAN KRACHTPATSER WALTER TIJDENS DE SINT-CORNELIUSFEESTEN TE AALBEKE IN 1986.

WALTER ARFEUILLE (HET BEEST): HIJ TROK OOIT TREINEN EN PLOOIDE IJZEREN STAVEN EN MEER VAN DIE SPECTACULAIRE DINGEN MET ZIJN TANDEN. HET LEVERDE HEM EEN PLAATS IN HET GUINNESS BOOK OF WORLD RECORDS OP.
(ARTIKEL UIT 2001)
Walter Arfeuille, 'Het beest', 'de biêste' voor de vrienden, is bij de meeste mensen bekend als de man die alle records van wijlen krachtpatser John Massis verpulverde en al jaren in het Guiness Book of Records prijkt met uiteenlopende krachtprestaties. Arfeuille plooit plaatijzer als was het plaatijzer en het met zijn tanden voortrekken van treinstellen van 150 meter lang. Hij slaat met de blote handpalm vijf-duim-spijkers door dikke planken, en trekt met pure armkracht alleen, van op een speedboat hele trossen waterskiërs naar boven en vooruit.
Arfeuille is 48 jaar en afkomstig uit Ieper. Als jongste van vijf kinderen volgde hij een opleiding in de houtbewerking, waarna hij bouwvakker-bekister werd. Hogere studies waren niet zijn ding, zegt hij zelf.
Arfeuille werd zich bewust van zijn kracht rond zijn dertiende. "Als er een handgemeen was, ook in de hogere klassen, dan kwamen ze de lange halen, en dat was ik. Omdat iedereen mij uitzonderlijk vond, ben ik beginnen trainen..."
Trainen deed Arfeuille met gewichtheffen in de garage van het ouderlijk huis. De jarenlange training bezorgde hem een aantal titels zoals dat van Belgisch kampioen 'powerlifting'.
Arfeuilles was een jaar of 26, 27 bij zijn eerste publieke optreden. "Toen was er de uitdaging van John Massis. Die man kon nogal schelden, als er iemand iets méér lukte dan hem. Hoe meer hij mij uitschold, hoe meer ik de bovenhand kreeg, en aan populariteit won. Ooit werden in Oostakker, zijn eigen terrein, alle sterken van het land voor een grootse krachtmeting samengebracht, maar Massis liet verstek gaan. Zo is het min of meer begonnen."
De grootste krachttoer van Arfeuille was en voorttrekken van een trein: "Treinen van 151 ton, dan 164 ton. De laatste was een stel van honderdvijftig meter lang, waar tien sterke mannen tegelijk geen beweging in konden krijgen, 184 ton zwaar, 5,55 meter ver...
Maar zelf denkt Arfeuille het liefste terug aan zijn stunt met de kanaalskiër. Op 75 minuten trok hij met zijn tanden een waterskiër van Calais naar Dover. Tussen grote zeeschepen door die golfslagen van 10 meter veroorzaakten.
(ARTIKEL UIT 2017)
Twintig Belgen staan er in het nieuwste Guinness Book of World Records, dat zopas verscheen. Maar eentje spant de kroon: Walter Arfeuille (65) of ‘Het Beest’. Al 27 jaar is zijn record ongeslagen: een gewicht van 281,5 kg optillen met de tanden. “Soms denk ik dat ik net zoals Obelix in een kuip vol elixir viel. Wat ik deed in mijn leven, kun je niet echt normaal noemen.”
Bij wie dertig jaar of jonger is, zal de naam ‘Walter Arfeuille’ waarschijnlijk geen belletje doen rinkelen. Bij ouderen wel. Hij was in de jaren tachtig en negentig de keizer van kermissen of braderieën. Samen met John Massis, zijn grote rivaal. Stak je ze een ijzeren staaf in de handen, dan bogen ze die om. Zagen ze een trein, dan trokken ze die vooruit met de tanden.
Massis was de eerste die ermee begon, zette records neer. Arfeuille volgde en verbrak ze stuk voor stuk, gehuld in een luipaardvel. Niemand die er na hem nog in slaagde. De weinigen die het aandurfden, faalden. Het levert hem zo al meer dan een kwarteeuw zijn plekje op in het Guinness-book. 15 jaar geleden stopte hij ermee, legde zijn leopard op zolder en ging buiten de aandacht leven in zijn werkmanshuisje in het West-Vlaamse Vlamertinge. Elke dag is hij er terug te vinden in zijn trainingszaal in de achterbouw. Een hok met een fluitende kanariepiet, wat stro van de kippen op de vloer en een stevig rek met een verzameling stalen bollen en halters die een normale mens een gratis toegangsticket voor de rugkliniek opleveren.
“22 records verbrak ik in mijn carrière, waarvan één werd opgenomen in dat boek”, vertelt hij met veel trots. “Ik trok vanop een speedboot een waterskiër met mijn tanden over het Kanaal, ging trekwedstrijden aan met Brabantse trekpaarden, blies waterkruiken op, tilde mensen op met de tanden,... Maar mijn strafste prestaties waren die met de treinen. In 1996 trok ik er in Diksmuide een van 224.000 kilogram vooruit. En in Parijs vestigde ik in 1990 het record dat Guinness opnam in hun boek. 281,5 kg tilde ik zeventien centimeter hoog.”
Zijn kunsten leverden hem de naam ‘Het Beest’ op. En iedereen wou dat beest zien. Van Bachten de Kupe tot Las Vegas. “Ik reisde de wereld rond: Japan, Australië, Amerika, China,...” Terwijl hij het vertelt, haalt hij foto’s van zijn daden uit vergeelde omslagen. “Hier, eentje waarop ik Margriet Hermans optilde. Ze zat op een ton van 60 kilogram en woog toen zelf nog 150 kilogram. Ik zette mijn tanden in de ton en hop, de lucht in.”
De oerkracht van toen huist nog steeds in het fort van een lichaam. Hij haalt een krom ijzer boven, stopt het nog eens tussen de tanden en plooit het iets verder. “Ik ben in de wieg gelegd om een beest te worden. Oma was een boerin die graanzakken van 100 kilogram naar boven sleurde. Venten hadden schrik van haar. Zeker nadat ze er een bij zijn keel had vastgegrepen omdat die met opa had gelachen. Er is drie man aan te pas moeten komen om die arme man los te krijgen.” Hij lacht. “En opa van vaderskant had op zijn negentigste nog al zijn tanden. Ik heb ze ook nog allemaal. Van die twee heb ik het geërfd. De gouden mix.”
Er komt wat jong volk binnen in het hok, Arfeuille helpt ze met trainen. Zijn naam ronkt nog. Zelfs nadat zijn faam een jaar of zestien geleden een duw kreeg.
Hij belandde toen in de cel voor een drugszaak. “Ik gaf geld aan gasten die er drugs mee verhandelden”, vertelt hij. “In de hoop meer geld terug te krijgen. Zelf gebruikte en dealde ik niet, maar toen die kerels gepakt werden, verlinkten ze me. Ik was zogezegd de grote man, kreeg twee jaar en zat acht maanden in de cel.” Net op het moment dat hij een standbeeld zou krijgen in Vlamertinge. Die plannen gingen niet door. “Het beeld is er nog hoor”, zegt hij. “We zijn ermee bezig om het binnenkort toch ergens te plaatsen.”
“Spijt heb ik niet van wat toen gebeurd is. Zo zit ik niet in elkaar. Als je iets doet wat niet mag, moet je ervoor opdraaien. Het zijn zwakkelingen die hun daden proberen uit te leggen met ‘een slechte jeugd’. Ik had geen slechte jeugd, ik was schuldig. Al geloofde niet iedereen dat. Weet je dat ik sommige mensen zelfs moest overtuigen dat ik er niet in geluisd was, zo groot is het respect hier nog voor me.”
De Westhoek koestert zijn beest, al is het volgens Arfeuille stilaan tijd voor opvolging. “Voor een nieuw beest. Ik wil die gast zelfs helpen. Maar makkelijk zal het niet zijn, je moet er elke dag voor trainen, aanleg hebben én over sterke tanden beschikken. Waarom denk je dat mijn record er nog staat? Omdat het onmenselijk is. Er zijn er al die het probeerden hoor. Tot in Amerika. Daar was er een ‘krachtpaster’. Een dominee die na elke viering gewichten trok met zijn tanden. ‘Met de hulp van god’, klonk het telkens. Maar op een dag was god nog niet goed wakker en verloor die gast vier tanden. Ik heb ze nog allemaal.” Hij glimlacht en wrijft in zijn baard. “Vertelde ik je al dat ik die baard vanaf mijn veertien jaar heb. De rest van de klas had wol of niets onder de neus, ik een dikke moustache. Ik ben altijd een buitenbeentje geweest.”
(ARTIKEL UIT 2023)
Ooit was hij de sterkste tandartiest ter wereld. Negen jaar lang strijdt hij met John Massis om die erkenning ook te krijgen. Hij trok - met een hoefijzer in de mond - trams, treinen en vliegtuigen vooruit in zijn klim naar de absolute wereldtop. Het wordt een parcours waarbij deze zoektocht naar erkenning Walters intrigerende levensloop bepaalt. Maar Walter is ook kwetsbaar. Zijn grote zucht naar status en geld leidt tot foute beslissingen. Hij begint heroïne te dealen, wordt opgepakt en belandt in de gevangenis. Vandaag leeft de 69-jarige Walter als een soort kluizenaar in een klein huisje omringd door meer dan honderd kippen, eenden en ganzen. Hij wil zichzelf nog een laatste keer bewijzen door een bijna onmogelijke tocht op een eenvoudige damesfiets te ondernemen, ook al is hij niet meer de sterke man die hij vroeger was. Zal het beest in Walter ooit getemd worden?

X

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

DE TIJD VAN TOEN: FAMILIEBEZOEK

X