Genk was een populaire bestemming voor landschapsschilders in de 19de eeuw. Vanaf het midden van de eeuw trokken steeds meer kunstenaars naar het platteland om de natuur en het landleven te verbeelden.
Het schilderen in openlucht werd geassocieerd met eerlijkheid en zuiverheid, waarden die een belangrijke rol innamen in het progressieve artistieke discours en het verzet tegen de industrialisering en de academische schildertraditie. Deze pleinairisten waren uitgerust met verftubes (een uitvinding uit 1841), parasols, opvouwbare krukjes en draagbare schilderezels.
De schilder op de voorgrond is vermoedelijk Emile Van Doren, die zich later in Genk zou vestigen en er samen met zijn echtgenote Cidonie Raikem het Hôtel des Artistes opende.
X
Geen opmerkingen:
Een reactie posten