Zoeken in deze blog

woensdag 19 april 2023

VREUGER: DE HONDENKAR EN DE TREKHOND



Tot in de jaren twintig van de 20e eeuw kwam de hondenkar vrij algemeen in het straatbeeld voor. De trekkracht van de hond bleek de mens goed van dienst te kunnen zijn. Van schilderijen en uit allerlei andere bronnen is bekend dat al rond 1675 hondenkarren in het straatbeeld voorkwamen.
De definitieve doorbraak van de trekhond en de hondenkar dateert van omstreeks 1800. Het zou duren tot ± 1950 dat er met hondenkarren gewerkt werd.
Een van de redenen om dit dier in te zetten was dat de hond een goedkopere werkkracht was dan bijvoorbeeld het paard. Wie zich geen paardenkracht kon veroorloven gebruikte de energie van de hond als transportmiddel.
Allerlei lasten en vrachten werden per hondenkar vervoerd. De hondenkar was vooral populair bij bakkers, kleine boeren, eierhandelaren, expediteurs, rondtrekkende fotografen, groentenboeren, imkers, kaasventers, krantenbezorgers, kruideniers, looiers, marskramers, melkventers, petroleumventers, poeliers, postbezorgers, schoenlappers, slagers, visventers, verhuizers en allerlei andere kleine ambachtslieden.
Bekend is dat de hond met hondenkar lang werden gebruikt voor het bezorgen van brieven en pakketpost en in het leger als trekdier voor mitrailleurwagens.
Honden trokken niet alleen karren maar ook ploegen en zelfs trekschuiten. De hond was meestal goedkoop in de aanschaf en stelde geen hoge eisen aan onder meer zijn voeding, onderkomen en verzorging. Het dier nam meestal genoegen met wat de “pot schafte”; zijn maaltijd bestond hoofdzakelijk uit etensresten, brood, groenten en slachtafval.
Verschillende hondenrassen, maar ook bastaarden, hebben werk met de hondenkar verricht. Het zijn voornamelijk de voorouders van de huidige bekende hondenrassen zoals: bouviers, Duitse doggen, Duitse herders, groenendaelers, Hollandse herders, Pyrenese berghonden, sennenhonden en Siberische husky’s. Ook het uitgestorven Belgische hondenras ‘Matin Belge’ werd als trekhond gebruikt.
In de Trekhondenwet van 1910 werd een vergunning voor het gebruik van de hond als trekhond verplicht gesteld. De vergunning werd pas verstrekt wanneer aan de voorschriften wat betreft de begeleider, hond en kar werd voldaan.
In België wordt deze materie vandaag geregeld door de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, artikel 36, 7°. Het koninklijk besluit van 12 maart 1999 houdende de voorwaarden voor het verkrijgen van een afwijking van het verbod honden als last- en trekdier te gebruiken, voert deze wet uit.
X

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

DE TIJD VAN TOEN: OMA SNIJD HET BROOD

X