Zoeken in deze blog

donderdag 27 oktober 2022

TERUG NAAR VROEGER


     Huishouden zonder elektriciteit: rond de kachel.

                                   Voedselvoorraad in weckpotten.

      Maandag wasdag

Bedenk eens welke apparaten in jouw huis staan, die op elektriciteit werken. Laten we met de keuken beginnen: koelkast, diepvriezer, vaatwasser, magnetron, mixer, koffiezetapparaat en waterkoker. In de kamer staan natuurlijk televisie, radio en dvd-speler. Alles wordt schoongemaakt met de stofzuiger. Voor de was is er een wasmachine, misschien ook wel een droger en een stoomstrijkbout. Overal zijn lampen die met een simpele knop aan en uit gaan. Er staat een computer of een laptop en we hebben telefoon, vast en mobiel. De verwarming kan niet werken zonder elektriciteit. Misschien kun je zelf nog wel meer dingen bedenken waarvoor je elektriciteit nodig hebt. Als de stroom uitvalt, kan opeens niets meer.
In 1900 was er nog een elektriciteit. Nergens stopcontacten, geen centrale verwarming, geen lampen. Koken ging op de kachel, die gestookt werd op steenkool of op hout. Er stonden vaak maar twee kachels in huis: in de keuken en in de woonkamer. Koken deed men ook op fornuizen met petroleum (een soort olie). Als je eten wilde bewaren, moest je het op een bepaalde manier koken en daarna in potten doen. Een koelkast of vriezer om eten in te bewaren was er natuurlijk niet, maar de meeste huizen hadden wel een kelder, waar het in de zomer een klein beetje koel was. ’s Avonds kwam het licht van een lamp op petroleum. Vaak hing de lamp boven de tafel en daar zat dan iedereen omheen, want meer lampen waren er niet. Om naar buiten of naar de slaapkamer te gaan, kon je een draagbare petroleumlamp gebruiken, zodat je toch wat licht had. Buiten was het pikdonker. Er waren geen straatlantaarns. In de stad stonden vaak wel lantaarns die op gas brandden. Iedere avond ging iemand alle lampen langs om ze met een lange stok één voor één aan te steken, maar in de dorpen had je zoiets niet.
En op maandag was het wasdag voor de huisvrouwen. Op die dag werden alle kleren en ander wasgoed in een grote kuip met de hand gewassen. Dat was zwaar werk. De vloeren in huis werden natuurlijk niet gestofzuigd, maar geveegd met een bezem. Het water kwam niet uit de kraan, maar moest gehaald worden bij een pomp of uit een put.

X

DE TIJD VAN TOEN: DE LEUVENSE (PLATTEBUISKACHEL) STOOF

In de eerste helft van de twintigste eeuw moet de open haard wijken voor kookkachels. In burgerhuizen gebruikt men het fornuis. In meer modeste middens staat de Leuvense stoof centraal. Koken gebeurt, schuivend met de potten, op het platte stuk tussen het rookkanaal en de kachel. De vervanging van het open vuur door de kachel heeft overigens een directe invloed op het eetgedrag: stamppotten en eenpansgerechten verliezen nu hun dominante positie.

Het samenkomen bij de plattebuiskachel door de boerenfamilie, 1900 - 1920

XX

DORSMACHINE AANGEDREVEN DOOR EEN EXTERNE STOOMMACHINE


Op deze foto wordt een dorsmachine aangedreven door een stationaire (maar verrijdbare) stoomlocomobiel voor het dorsen van graan. Het machinaal dorsen leverde bijzonder veel tijdswinst op. Op enkele dagen tot hoogstens een week was devolledige oogst gedorst, waar er voorheen een hele winter lang met de dorsvlegel werd gedorst. De aandrijving gebeurde bij de grotere machines door locomobielen. Dat waren grote, logge, maar toch verplaatsbare stoommachines. Meestal waren het loondorsers die met dorsmachine en locomobiel van ene boerderij naar de andere trokken.

XX

DE FAZANT

Waar zit ik het liefst? Ik kom vaak in verschillende gebieden, maar mijn voorkeur gaat uit naar graslanden of akkers met een ruige berm. Ook...